„Verval christelijke politiek deel van bredere crisis”
NIJMEGEN – ”De toekomst van christelijke politiek” is het thema van het congres van het Christelijk Conservatief Beraad, zaterdag in Gouda. Dat vooruitzicht is somber. Maar de malaise is veel breder. „Er is sprake van een algehele crisis.”
De drie christelijke politieke partijen kwamen bij de laatste Kamerverkiezingen uit op 21 zetels, een absoluut dieptepunt. „Sinds 1994 kunnen ze samen al geen grondwetswijziging meer blokkeren, nu schijnt hun rol numeriek en als machtsfactor definitief te zijn uitgespeeld”, aldus de organisatoren van het congres.
Die achteruitgang is op zichzelf logisch verklaarbaar, aldus dr. Marin Terpstra, docent sociale en politieke wijsbegeerte aan de Radboud Universiteit Nijmegen. „Politiek wordt gevoerd in het kader van de samenleving als geheel. Als die voornamelijk bestaat uit niet-christenen, dan wordt christelijke politiek bedrijven een moeilijk verhaal.”
Het verval van christelijke partijen past in een bredere ontwikkeling, schetst Terpstra, onder meer auteur van het boek ”Democratie als cultus. Over politiek en religie”. „Er is sprake van een algehele crisis. De politiek is in belangrijke mate probleemmanagement geworden, technocratisch en pragmatisch. De grote verhalen over gemeenschap en over de samenleving zijn in verval geraakt. De politiek is, om het anders te zeggen, verwereldlijkt. De geestelijke dimensie is gemarginaliseerd.”
Accenten
Daar plukken niet alleen het christendom en zijn politieke vertegenwoordigers de wrange vruchten van, maar volgens Terpstra ook het liberalisme en het socialisme. Die wereldbeschouwingen spelen nauwelijks nog een rol. „Politieke partijen zijn gereduceerd tot organisaties die in beleidsmatige keuzes hier en daar verschillende accenten leggen.”
De verwereldlijkte politiek van vandaag de dag is, ironisch genoeg, in zekere zin „christelijk”, stelt de Nijmeegse wetenschapper. „Van zijn begintijd tot in de vierde eeuw was het christendom een beweging die religie en politiek ontkoppelde. De werkelijkheid waarin we nu leven, correspondeert daarmee: gemeenschaps- en heilsverhalen spelen geen rol in de politiek en moeten privé blijven.”
Dat er nu een VVD/PvdA-kabinet komt, noemt hij een „overwinning van de pragmatische, technocratische politiek: Nederland moet geregeerd worden.”
Voor christelijke partijen, die staan in een traditie van het samenbinden van mensen, het vormen van gemeenschappen, is het lastig om in die context een rol van betekenis te vervullen. „Christelijke politieke partijen moeten hun traditie van gemeenschapsvorming weer op de agenda zetten. Ze zouden moeten benadrukken dat samenleven meer is dan het sluiten van een technisch compromis tussen bijvoorbeeld de eigenverantwoordelijkheidsgedachte van de VVD enerzijds en het solidariteitsidee van de PvdA anderzijds.”
Het verhaal van christelijke politieke partijen roept echter veel weerstand op, constateerde ds. P. J. Visser van de Amsterdamse Noorderkerk vlak voor de verkiezingen. Door de secularisatie, stelde hij, worden confessionele partijen met argwaan bekeken en heeft hun optreden vaak een omgekeerd effect. De predikant pleitte ervoor om ze af te schaffen. Christenen zouden beter in algemene partijen kunnen gaan participeren.
Ds. Visser geeft daarmee in feite toe aan de waan van mensen die denken dat godsdienst als zodanig gevaarlijk is, stelt Terpstra. „De afgelopen tien jaar heeft die angst geheerst. Maar in de westerse wereld is die vrees misplaatst.”
Bijna verboden
Desondanks hebben religieuze mensen er veel last van gehad, erkent hij. De SGP werd voor de rechter gedaagd, de gewetensbezwaarde trouwambtenaar en het bijzonder onderwijs werden aangevallen en de rituele slacht was bijna verboden.
Christelijke politieke partijen moeten die antigodsdienstige sfeer blijven bestrijden, meent Terpstra. „Allereerst door de feiten te laten spreken. Toon aan dat er helemaal geen gevaar te duchten valt. En vooral: zet er een positief verhaal tegenover.”
Daar is een markt voor, aldus Terpstra. Veel Nederlanders zeggen gemeenschappelijkheid en verbondenheid te missen en belang te hechten aan waarden en normen. „Probleem is alleen dat de politiek tegenwoordig niet meer het platform lijkt om daar vorm aan te geven.”
Kerken worden dan als alternatief genoemd, maar die kunnen dat volgens Terpstra ook niet meer. In elk geval niet de Rooms-Katholieke Kerk waaruit hij afkomstig is. „Maar wie dan wel van alle individuen weer een eenheid kan smeden, weet ik zo een-twee-drie ook niet.”