C.S.L. Janse: Vrees dat SGP-jeugd ontzuilt
DEN HAAG – Er zijn aanwijzingen dat de godsdienstige overtuiging van jongeren die in SGP-kring opgroeien, steeds minder consequenties heeft voor hun maatschappelijk functioneren.
Dat stelt socioloog en oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad dr. C. S. L. Janse in het nieuwste nummer van Zicht, het blad van het wetenschappelijk instituut voor de SGP.
Janse noemt twee aanwijzingen waaruit deze trend blijkt: het langzaam teruglopende aantal leden van de SGP-jongeren en de uitslagen van scholierenverkiezingen op reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs. Daaruit blijkt dat de SGP niet zonder meer op steun van de leerlingen kan rekenen.
Deze verminderde consequentie van godsdienstige opvattingen heeft niet alleen gevolgen voor de politieke keuzes: „Een deel gaat, onder invloed van de ouders en het gezinsmilieu, nog wel (twee keer) mee naar de kerk, maar in zijn uitgaansleven en op het gebied van de seksuele moraal kiest men eigen wegen.” Jongeren schakelen volgens Janse gemakkelijk tussen kerk en wereld.
De SGP volgt hierin een trend die volgens de socioloog al langer zichtbaar is in het CDA. „De structurele terugloop van het CDA heeft duidelijk te maken met de vergrijzing en ontzuiling van zijn kerkelijke achterban van rooms-katholieken en moderne protestanten. Die ontzuiling is een gevolg van de verminderde reikwijdte van de godsdienst. Ook dat is een vorm van secularisatie”, zo stelt hij.
Godsdienst wordt teruggedrongen tot het persoonlijk leven van de kerkmensen. Steeds meer sectoren van de samenleving komen los te staan van godsdienst. „Mensen zijn nog wel godsdienstig, maar hun geloofsovertuiging heeft nauwelijks meer consequenties voor hun maatschappelijk functioneren. Ook hun partijkeuze en in het algemeen hun politieke opvattingen zijn daar los van komen te staan”, aldus de socioloog.