„Ze maken zich zorgen over hun toekomst en voelen zich steeds minder veilig in het land waar ze zo van houden”, zegt een koptische leider.

Bij een herdenking onlangs van het Masperobloedbad, dat een jaar geleden plaatsvond, werd een vreedzame betoging tegen de vernietiging van een tachtig jaar oude kerk door extremistische salafisten, hardhandig aangepakt door de Egyptische veiligheidstroepen. Er vielen verschillende doden.

De autoriteiten beweerden dat de kerk zonder vergunning werd gebouwd. Er werd geen actie ondernomen om de militairen die bij het bloedbad betrokken waren te straffen. Enkel twee jonge agenten kregen gevangenisstraffen.

„Als we kerken willen bouwen hebben we een vergunning nodig. Moslims hoeven die niet aan te vragen voor de bouw van een moskee”, zegt Makarius Morris, de leider van de koptische Kerk van Sint Marcus in Maadi, een voorstad van Caïro. „Dit dwingt ons om clandestien te bouwen.”

Een andere vorm van discriminatie bestaat erin dat christenen er niet in slagen om hoge overheidsfuncties te bekleden, hoe vaderlandslievend ze ook zijn.