Kerk & religie

Thuislezer voelt zich ongemakkelijk met eigen situatie

APELDOORN – De oecumene van het hart is geen uitvinding van de Evangelische Omroep, maar wordt in gezelschapkringen al eeuwenlang beoefend.

Jan van ’t Hul
24 October 2012 11:23Gewijzigd op 14 November 2020 23:53
Foto RD
Foto RD

Dat staat in het boek ”Eredienst aan huis. De verrassende wereld van thuislezers en gezelschapsmensen”. Het boek (een uitgave van De Banier), wordt donderdag in Apeldoorn gepresenteerd.

”Eredienst aan huis” is een uitvloeisel van een artikelenreeks die redacteur Huib de Vries begin dit jaar schreef in het tijdschrift Terdege. Gaandeweg groeide bij hem de overtuiging dat deze geïsoleerde groep binnen de gereformeerde gezindte bredere aandacht verdient.

Uitvoerig komen zeven praktiserende thuislezers aan het woord. De hoofdstuktitels spreken voor zich: Gestempeld door dominee Paauwe; Onbuigzaam als Daniëls vrienden; Gezegend bij de bandrecorder, en Zwerver in niemandsland. Gesprekken met „drie hervormde predikanten” (van wie er twee hersteld hervormd blijken te zijn) hebben een evaluerend karakter: Wat kunnen geïnstitueerde kerken leren van thuislezers en gezelschapsmensen? En omgekeerd.

De Vries had aanvankelijk de bedoeling ook een afgescheiden predikant aan het woord te laten, „maar de praktijk leerde dat de afgescheiden kerken en hun voorgangers nauwelijks belangstelling voor thuislezers hebben. De thuislezers die nog een band met de kerk voelen, zijn vrijwel zonder uitzondering georiënteerd op (hersteld) hervormde predikanten.

Het boek eindigt met een historische beschouwing over gezelschappen en thuislezers in de loop der eeuwen.

De tocht door de wereld van de thuislezers was soms deprimerend, concludeert De Vries. „Lijkt het er vaak op dat geen twee kerkmensen in harmonie kunnen optrekken, onder hen die de kerk mijden, is dat nog erger. Onderlinge vriendschappen werden na kortere of langere tijd weer verbroken, vanwege onenigheid over de doop, het duizendjarig rijk, de legitimiteit van incidentele kerkgang en andere geschilpunten.”

Veel thuislezers, zo blijkt uit dit boek, voelen zich gevangen in de fuik die ze zelf zijn binnengezwommen. Van de kerkelijke wereld raakten velen zo vervreemd dat terugkeer bijna onmogelijk is. Thuislezen is, zegt er een, „uiteindelijk drie keer niks.”

Een heilig soort ironie is veel thuislezers niet vreemd. Zoals Karel van Heusden, een ambachtsman: „Als mensen me nu naar mijn kerkelijke achtergrond vragen, zeg ik dat ik lid van artikel negen ben: „Ik geloof een heilige, algemene, christelijke kerk.” Volgens mij is dat de kerk waar het om gaat.”

Opmerkelijk is dat thuislezers veel bij hun gevoel te rade gaan. Het gaat erom of men zich ergens bij ”thuis voelt” of niet, of een bepaalde kerkelijke sfeer hun ”aanspreekt” of niet. De groep is daarnaast heel divers. Sommigen gaan gerust naar Levensbronavonden van Koos de Jong („Inhoudelijk voel ik me er wel thuis”), anderen hebben moeite met kinderbijslag, verzekeren en sinterklaas, lezen het liefst Philpot en Van der Groe, en houden zich afzijdig van elke vorm van kerkelijk leven.

Anderzijds hebben thuislezers vaak wel oog voor onderwerpen die volgens De Vries in de kerken vaak vergeten worden, zoals de toekomst van Israël en „een nog komende heilstijd voor de christenheid. Thema’s die in kerken door toenemende onbekendheid met de geschriften van de gematigd chiliastische oudvaders onbekend zijn geraakt.”

Om hoeveel mensen gaat het uiteindelijk? De Vries: „Door hun geïsoleerde positie is het niet eenvoudig om het aantal thuislezers in Nederland vast te stellen. Een schatting van 3000 personen, inclusief de kinderen, lijkt aan de lage kant. Het zouden er ook 5000 kunnen zijn, of zelfs nog meer. Het blijft gissen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer