De inkoopmanagersindex voor de industrie kwam in een eerste raming uit op 45,3, de index voor de dienstensector stond op 46,2. Een stand onder de 50 duidt op krimp, daarboven op groei. Economen hadden voor oktober gemiddeld rekening gehouden met een stand van 46,5 voor de industrie en 46,4 voor de dienstensector.

De krimp voor de industrie was forser dan in september, toen de index uitkwam op 46,1. Voor de dienstensector, waarvoor de index in september ook op 46,1 stond, was de krimp wel iets gematigder.

De gezamenlijke index voor beide sectoren daalde van 46,1 in september tot 45,8, de laagste stand sinds juni 2009. Volgens hoofdeconoom Chris Williamson van Markit is de eurozone verder in het moeras gezakt. „Officiële cijfers duidden op een verrassende weerbaarheid tegen de economische omstandigheden in de zomermaanden, maar het onderliggende ondernemersklimaat is duidelijk verslechterd in de afgelopen maanden.”

Volgens Markit duiden de niveaus van de inkoopmanagersindices in het derde kwartaal en het begin van het vierde kwartaal op een economische krimp van 0,6 procent van de eurozone. Op basis van de officiële cijfers is de krimp minder diep, 0,2 tot 0,3 procent, volgens Williamson.

De economische grootmacht Duitsland had een aanzienlijk aandeel in de daling van de indices. De Duitse index voor de industrie daalde van 47,4 naar 45,7, waar economen juist rekenden op een stijging tot 48. De graadmeter voor de Duitse dienstensector daalde van 49,7 tot 49,3. Hier werd een stijging tot 50 verwacht.

In Frankrijk verbeterde de index voor de industrie wel, van 42,7 tot 43,5, maar de toename bleef achter bij de verwachte stand van 44. De dienstensector deed het beter met een stijging van 45 naar 46,2. Hier werd gerekend op 45,7.

Econoom Martin van Vliet van ING noemde de daling van de samengestelde index een „onprettige verrassing” en vreest dat de zorgen over de economische krimp in de eurozone zullen toenemen. „Al met al impliceren de cijfers dat de eurozone blijft steken in recessie.”