Het oordeel van de Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, is een voorzetje voor een beoordeling door de Europese ministers van Financiën. Die mogen de begrotingen van lidstaten openlijk bekritiseren, omdat sinds de invoering van de euro de landen financieel in hetzelfde schuitje zitten.

Nederland gaat weliswaar uit van een te hoge economische groei, zegt de Commissie. Het kabinet heeft dat zelf overigens ook al onderkend. Maar zelfs de naar beneden bijgestelde groeiverwachting brengt de begroting niet in de gevarenzone. Er blijft sprake van een overschot, concludeert ’Brussel’.

Wel heeft de Commissie commentaar op België. De zuiderburen gaan uit van een herstel van de economie in de tweede helft van het jaar, terwijl dat nog afwachten is. Als dat niet gebeurt, bestaat het risico van een begrotingstekort. En dat voor een land met een enorme staatsschuld en vrijwel geen pensioenvoorzieningen.

De Commissie stelt verder dat België, waar veel bevoegdheden bij lagere overheden liggen (Vlaanderen, Brussel en Wallonië), ook op lagere niveaus op de kosten moet letten. Verder doet het de Commissie verdriet dat het land een eerdere norm voor uitgavenstijgingen heeft losgelaten.

Oostenrijk denkt dit jaar een begroting zonder tekort te hebben, net als in 2001. Toch is er kritiek: de belastingdruk moet omlaag, maar dat mag niet leiden tot een begrotingstekort. Verder moeten Oostenrijkers langer doorwerken.

Geen noemenswaardige kritiek heeft de Commissie op de begrotingen van Luxemburg, Finland en Zweden. Die hebben overschotten geraamd, zelfs nu het economisch minder gaat.

De landen die dinsdag hun rapport hebben gekregen, zijn niet de belangrijkste. Het spannendst is het oordeel van de Commissie over Duitsland, Italië, Portugal en Frankrijk. Dat wordt op 30 januari verwacht.