Dat zei de Israëlische minister van Toerisme, Benny Elon, dinsdag tijdens een persconferentie in Putten. De toeristische sector in Israël zakte na september 2000 drastisch in door de tweede opstand in de Palestijnse gebieden, die toen begon. Het jaar ervoor telde het land nog 3 miljoen toeristen uit de hele wereld. In 2002 waren dat er nog maar 800.000. Ook het eerste kwartaal van 2003 was slecht, omdat veel mensen uit angst voor de gevolgen van een oorlog in Irak wegbleven. Maar tot vreugde van Elon vielen die gevolgen mee.

Sinds april durven steeds meer mensen het aan naar Israël te reizen. Elon verwacht dit jaar 1,2 miljoen toeristen. Hij hoopt dat dat aantal in 2004 stijgt tot 2 miljoen. Ook vanuit Nederland is de belangstelling voor een vakantie in Israël toegenomen. In juli waren er ruim 3000 Nederlandse toeristen. Dat was een stijging van 58 procent ten opzichte van het jaar ervoor. In juni ging het om een toename van 62 procent.

Terreur is volgens Elon de grootste vijand van het toerisme in Israël. Hij begrijpt dat mensen door zelfmoordaanslagen en ander geweld bang zijn naar het land te komen. Maar de minister benadrukte dat de regering er alles aan doet om maximale veiligheid te bieden en ervoor te zorgen dat het leven op een vrij normale manier kan doorgaan. Daarvoor is het volgens Elon wel nodig de terreur tot aan de wortels te vernietigen.

Met een directe benadering van geloofsgenoten en sympathisanten in de hele wereld hoopt Elon het toeristische tij definitief te keren. Veel synagogen in vooral Noord-Amerika en Canada hebben volgens Elon al gehoor gegeven aan de oproep om toerisme naar Israël tot hoofdthema te maken. Synagogen hebben kaartjes gekregen waarop mensen kunnen aangegeven dat ze over drie of zes maanden naar Israël komen. Ook Joodse gemeenten in Nederland hebben hun steun aan het project toegezegd, aldus de minister, die op uitnodiging van de organisatie Christenen voor Israël in ons land is.