Israëlische opperrabbijn wil brug slaan naar moslims
NIJKERK – „Een sterk Israël zorgt voor een veiliger Europa, omdat het de gemeenschappelijke dreiging van moslimextremisme beter kan weerstaan.”
Yonah Metzger, een van de twee opperrabbijnen van Israël, wil een brug slaan tussen de verschillende religies, beklemtoont hij. Maar zolang die brug er niet is en Israël voortdurend bedreigd en geïsoleerd wordt, ziet het land zich genoodzaakt zich te beschermen. Het Westen zou Israël moeten steunen.
Metzger keerde woensdag weer naar Israël terug, na in twee dagen een bomvol programma te hebben afgewerkt. Over de houding van de moslims tegenover het Joodse volk toont hij zich tijdens een gesprek in het Nijkerkse kantoor van Christenen voor Israël niet optimistisch. „Ik heb geen televisie, maar op internet zag ik een gefilmd interview met de moeder van een Palestijnse jongen uit de Gazastrook die wanhopig op zoek was naar de nodige medische zorg voor haar zoon. Het ziekenhuis van Tel Aviv opereerde de jongen en redde zijn leven. Toen de jongen na bijna een jaar uit het ziekenhuis werd ontslagen, vroeg een journalist aan de moeder wat haar droom voor haar zoon was. Dat hij zijn leven zal geven voor de Palestijnse zaak, antwoordde ze. Dus ze hoopte dat hij gedood zou worden in de strijd tegen de Joden die zijn leven hadden gered.”
Zo worden de Arabische volken gehersenspoeld, zegt de Asjkenazische opperrabbijn. „In Frankrijk liep een zwangere moslimvrouw een rij voorbij om als eerste aan de beurt te zijn. Dat hadden de mensen haar vanwege haar zwangerschap wellicht wel gegund, maar ze vroeg het niet eens, dus een oude Franse vrouw sprak haar erop aan: Je doet alsof je de baas bent. Natuurlijk ben ik de baas, antwoordde de moslima, deze baby wordt de volgende president van Frankrijk. Dat had een geestelijke haar verzekerd.”
Voorbeeld na voorbeeld brengt Metzger te berde als hij na een vraag zorgvuldig zijn betoog opbouwt. „Mijn droom is een brug tussen mensen van verschillende religies te slaan, inclusief moslims, maar de werkelijkheid is zo anders. Extremisten denken dat God hen zendt om ons te doden. In een normale oorlog zijn mensen bang om gedood te worden, maar hier kiezen ze ervoor.”
Moslims stellen Joden niet in de gelegenheid om met hen in gesprek te gaan, zegt de Israëlische rabbijn. „Hoeveel tijd zijn we met z’n allen op vliegvelden en overal niet kwijt aan veiligheidsmaatregelen? Allemaal door moslimextremisten. Ze willen dat elke Jood en elke christen een moslim wordt; dát is de waarheid.
Als er een aanval op ons is, hoor ik vaak geen enkel protest van welke moslimleider dan ook, zelfs niet als er onschuldige burgers –inclusief baby’s– zijn gedood. In Engeland sprak ik een gematigde moslimleider, maar hij wilde me niet voor de camera de hand drukken, uit vrees voor zijn achterban.”
Religie als houvast
De anti-Israëlsentimenten in het Westen blijken volgens de Nederlandse opperrabbijn Jacobs uit termen als „kolonisten” en „bezette gebieden.” Metzger: „Hoe kunnen we ons uit die gebieden terugtrekken als Palestijnen ons van daaruit vervolgens van dichtbij kunnen aanvallen?”
Voor de toekomst toont de rabbijn zich vol vertrouwen: „God gaf ons ons land, niet om het daarna weer te laten verwoesten, ook al horen we elke dag de stem van de Iraanse president, die ons wil vernietigen. Het herinnert ons aan de Tweede Wereldoorlog.
Onder deze gevaarlijke omstandigheden gebeurt het overigens dat seculiere Joden religieus worden. Ze gaan inzien dat religieuzen houvast hebben, terwijl seculieren niemand hebben om op te vertrouwen. De kibboetsen werden door mensen gesticht die vanonder een communistisch regime kwamen. Ze bouwden er niet eens een synagoge. Momenteel zie je in die nederzettingen dat er wordt gebeden en dat er synagogen komen.
Bij Jom Kipoer rijdt op veel plaatsen geen auto rond; het is veel rustiger dan vroeger. Mijn vader heeft in Haifa meegemaakt dat er stenen naar hem werden gegooid omdat hij met zijn gebedsriemen op weg was naar een synagoge. Zulke dingen gebeuren nu niet meer.”
Tegenstellingen zijn er ook binnen Israël volop, momenteel onder meer over het afschaffen van de vrijstelling van militaire dienstplicht van orthodoxe Joden die voltijds met religieuze studie bezig zijn.
Dienstplicht
Er zíjn al veel orthodoxen in het leger, beklemtonen beide opperrabbijnen, en ze noemen voorbeelden uit hun familie. „Om hen terwille te zijn, worden de omstandigheden aangepast: koosjer eten, tijd om te bidden en geen vrouwelijke collega’s. Tijdens de Jom Kipoeroorlog in 1973 vielen onder de orthodoxen vaak de meeste slachtoffers: zij stonden dikwijls vooraan, uit religieuze of zionistische motieven. De vrijstelling moet ook niet worden misbruikt door mensen die niet serieus werk maken van hun godsdienst. Maar degenen die van zeven uur ’s morgens tot middernacht vrijwel zonder pauze met hun studie bezig zijn, moeten hun vrijstelling houden. Zij zijn op andere wijze dienstbaar. Ons land heeft mensen die zo met de Bijbel bezig zijn, juist nodig.”
Metzgers periode als opperrabbijn is volgend jaar –na tien jaar– waarschijnlijk voorbij. Zijn toekomst is onbekend; „die weet alleen God.” Een opperrabbinaat in Engeland is een van de mogelijkheden.