Opinie

Door de knieën

18 September 2003 11:32Gewijzigd op 14 November 2020 00:34

Ahold is dan toch gezwicht voor de kritiek van de publieke opinie. Van verschillende kanten werd de laatste weken opgeroepen tot een consumentenboycot van de Albert Heijn-winkels. Die oproep bleef niet zonder gevolg. De omzet liep duidelijk terug en klanten die wel kwamen opdagen, gaven blijk van hun ontstemming.Inmiddels is de nieuwe topman Moberg akkoord gegaan met een vermindering van zijn riante pakket aan beloningen en garanties. Bovendien treedt president-commissaris De Ruiter, die verantwoordelijk was voor de absurde beloning van Moberg, vervroegd af.

Daarmee is duidelijk een signaal afgegeven. Grote bedrijven kunnen zich niet alles veroorloven. Althans die bedrijven die regelrecht afhankelijk zijn van de consument, moeten goed rekening houden met de publieke opinie. Een negatief imago breekt hen spoedig op. Dat kost omzet. Daar kan een grootscheepse reclamecampagne niet tegenop.

Overigens zijn het salaris en alle emolumenten die de Zweedse topman overhoudt nog zodanig dat we geen medelijden met hem hoeven te hebben. Afhankelijk van zijn prestaties (en hoe die gemeten worden is onduidelijk) kan hij in zijn eerste jaar nog meer dan 10 miljoen euro verdienen. Wel is hij niet meer zeker van zijn vertrekpremie van ruim 10 miljoen.

Het was vooral dat laatste onderdeel van zijn vergoedingenpakket dat verzet opriep. De stelling is te verdedigen dat een bekwame topmanager voor een bedrijf in een crisissituatie zijn gewicht in goud waard is. Maar als hij er dan niets van terechtbrengt, is er eerder reden om een schadeclaim bij hem in te dienen dan om hem nog een geweldig bedrag mee te geven.

Op de aandeelhoudersvergadering van Ahold ontstond wel een stevige discussie over deze affaire, maar slechts een klein deel stemde tegen de benoeming van Moberg. Nadien lieten echter enkele pensioenfondsen weten dat zij ongelukkig waren met de hoogte van de vergoeding van de Ahold-topman.

Pensioenfondsen maakten tot voor kort meestal geen gebruik van hun mogelijkheden om het ondernemingsbeleid te beïnvloeden. Vroeger belegden zij ook nauwelijks in aandelen. Nu ze dat wel doen en omvangrijke aandelenpakketten bezitten, hebben ze tegenover hun achterban (de premiebetalende werknemers en de pensioengerechtigden die zij vertegenwoordigen) ook de taak om de vinger te leggen bij wat beslist verkeerd is.

Dat was de met Moberg afgesproken beloning zeker. Op brede schaal is te constateren dat de top van het bedrijfsleven zijn eigen vergoedingen de laatste tijd fors heeft opgetrokken, al halen ze nog niet het niveau van Moberg. Terecht roept dat kritiek op. Dat verhoudt zich niet met het prediken van loonmatiging door diezelfde ondernemers en komt bijzonder wrang over wanneer er tegelijkertijd (zoals ook bij Ahold het geval was) groepen werknemers ontslagen moeten worden.

Het argument is vaak dat op internationaal niveau aan topmensen nu eenmaal hoge salarissen worden betaald. Veel hoger dan in Nederland gebruikelijk is of was. Zeker in Amerika incasseert de top van het bedrijfsleven forse bedragen. Maar moet dat land met zijn grote inkomensverschillen ons in dit opzicht tot voorbeeld zijn?

Topsalarissen (inclusief opties op aandelen) zijn geen garantie voor succesvol management en evenmin voor het voorkomen van frauduleuze praktijken. Daar zijn voorbeelden genoeg van te geven.

Ongetwijfeld zullen ondernemingsbestuurders van mening zijn dat zij hun hoge beloning dubbel en dwars waard zijn en eigenlijk nog meer zouden moeten hebben. Die gedachte kom je ook in andere lagen van de beroepsbevolking tegen. Het verschil is alleen dat men daar niet zijn eigen salaris kan vaststellen.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer