De ambten
Johannes 6:27
„Want Deze heeft God de Vader verzegeld.”
De kracht die de Vader aan Christus heeft verleend, is de fontein waaruit alle evangelie-instellingen vloeien. Hij heeft beloofd met Zijn ambtsdragers te zijn, niet alleen met de ambtsdragers van die eeuw, maar ook met Zijn dienaren in de volgende eeuwen, tot aan het einde der wereld. Laten we bij de waarneming van de ambten dit niet met slordige gedachten doen, maar met eerbied en grote verwachtingen.
U ziet hier de roeping om zowel de genade en de liefde van de Vader als die van de Zoon tot uw ziel te bewonderen. Het is uw plicht die te bewonderen. Was het geen wonderlijke genade van de Vader een opdracht aan Zijn Zoon te verzegelen om te sterven en Zich tot de hel toe te vernederen en langs die weg u zalig te maken? U had eerder kunnen verwachten dat Hij uw verwerping naar de hel verzegeld zou hebben, in plaats van de opdracht om u te verlossen. Hij had eerder Zijn onveranderlijk zegel op het vonnis van uw verdoemenis kunnen drukken dan op de opdracht aan Zijn Zoon om Zich voor u te vernederen. Niet minder groot is het wonder van de liefde van Christus, Die zulk een opdracht wilde aannemen en dit zegel wilde aanvaarden.
John Flavel, predikant te Dartmouth
(”Preken”, 1671)