Het inschakelen van het alarm veroorzaakt een vertraging in de vergrendeling van de deuren. Dit heeft te maken met veiligheidseisen waaraan de Kunsthal moet voldoen. „Wij moeten daarbij altijd de afwegingen maken tussen veiligheid en beveiliging”, lichtte directrice Emly Ansenk van de Kunsthal toe op de verklaring.

Er is mogelijk iets misgegaan in het alarmsysteem, want toen het alarm afging, is kort daarna de brandvergrendeling losgeschoten. Daardoor werkte de deur alleen nog maar mechanisch en dat maakt het makkelijker om de deur te forceren en dat hebben de inbrekers ook gedaan.

De directrice erkent dat het op zijn minst gek is dat het brandalarm afging, terwijl er een inbraak gaande was. Ze wil daar niets over zeggen omdat dat nog in onderzoek is. Veiligheidsdeskundige Ton Cremers uit Rotterdam noemt de verklaring „baarlijke nonsens”.

„In de verklaring zegt men dat als het alarm afgaat dat dan de deuren opengaan omdat het sein brand wordt gegeven. Dat is natuurlijk een paradijs voor inbrekers, maar zo werkt het natuurlijk niet. Na een brandalarm overdag horen deuren van het slot te gaan, zodat mensen kunnen vluchten. Maar ’s nachts natuurlijk niet. Dat heeft geen zin, want dan zijn er toch geen mensen.”

De reactie van de Kunsthal komt op het moment dat er in de media „veel wordt gespeculeerd” over de beveiliging van het museum, staat in de toelichting. „De beveiliging is deze zomer nog geïnspecteerd. De inbraaksignalering, het camerasysteem en de toegangscontrole van de Kunsthal functioneren goed en waren ingeschakeld ten tijde van de diefstal”, aldus de Kunsthal.