Broeder Bae getuigt van „de geheime erfenis”
NIJKERK – „Als christen heb je in Noord-Korea soms nog meer vrijheid in de gevangenis dan daarbuiten.” Dat stelde de Noord-Koreaanse „broeder” Bae zaterdagavond in de Fonteinkerk in Nijkerk, waar hij –voor zo’n 800 mensen– sprak op uitnodiging van de Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK).
Broeder Bae –onherkenbaar met zonnebril en pet met een grote klep en een zwarte sjaal voor zijn mond– is een van de hoofdpersonen van het boek ”De geheime erfenis”, dat door de SDOK is uitgegeven en vorige week werd gepresenteerd.
Volgens Bae was het leven na zijn vrijlating in 2009 in zekere zin nog moeilijker dan tijdens zijn gevangenschap. „Hoe moeilijk ook, toch was er in de gevangenis nog de mogelijkheid om te bidden, te zingen en Bijbelverzen te reciteren. Na mijn vrijlating werd mijn familie getroffen. De staatspolitie achtervolgde ons voortdurend en wij werden door iedereen gemeden.” De familie Bae verloor uiteindelijk alles: bedrijf en huis en al hun bezittingen, „maar hoewel alles ons was afgepakt, kregen wij daarvoor een onwaardeerbare schat voor terug, namelijk het geloof in God.” Bae vertelde verder hoe zijn geloof hem had bewaard voor verbittering. Omdat de ex-gevangene noodgedwongen als paria buiten de maatschappij stond, had hij juist gelegenheid anderen met het Evangelie bekend te maken. Uiteindelijk wordt de situatie voor Bae toch te gevaarlijk en besluit hij met zijn gezin via Thailand naar het vrije Zuid-Korea te vluchten.
Het boek ”De geheime erfenis” heeft eigenlijk drie auteurs. Behalve Bae en zijn vrouw heeft ook Eric Foley, de directeur van Seoul USA (de Zuid-Koreaanse zusterorganisatie van de SDOK), meegewerkt aan het boek.
Eric Foley gaf zaterdag achtergrondinformatie over de ondergrondse kerk in Noord-Korea. Foley noemde de vervolging van de christelijke kerk in Noord-Korea „onvergelijkbaar extreem. Wereldwijd zijn er in de loop der geschiedenis veel heftige christenvervolgingen geweest, maar die in Noord-Korea
kent zijn weerga niet in de geschiedenis. De regering ziet niet de militaire bedreiging of de economische boycot als het grootste gevaar, maar het christendom.” Volgens Foley is het Gods leiding geweest dat het christendom er in Noord-Korea eerder was dan de persoonlijkheidscultus van de Noord-Koreaanse leiders. In Noord-Oost China wonen vele uitgeweken Noord-Koreanen onder wie vele zendelingen. Zij weten de ondergrondse kanalen te gebruiken om het Evangelie in Noord-Korea te verspreiden. Edwin Baelde, directeur van SDOK, deed de oproep niet de heldendaden van de vervolgde christenen centraal te stellen, maar hun gehoorzaamheid aan God. Bae werd de Nederlandse bewerking van het lied ”Amazing Grace” toegezongen.