Buitenland

„Vluchteling-zijn is een fulltimebaan”

In de Zuid-Sudanese provincie Maban verblijven meer dan 100.000 mensen in opvangkampen, op de vlucht voor geweld in de regio’s Blue Nile en Zuid-Kordofan. „Vluchteling-zijn is een fulltimebaan”, zegt Janet Luigjes van de christelijke hulporganisatie Medair.

Mark Wallet
19 October 2012 21:48Gewijzigd op 14 November 2020 23:50
Zuid-Sudanese jongeren tijdens de viering van Martelarendag, eind juli in Juba. Foto EPA
Zuid-Sudanese jongeren tijdens de viering van Martelarendag, eind juli in Juba. Foto EPA

Het aantal vluchtelingen neemt momenteel langzaam toe, laat ze vanuit Zuid-Sudan weten. „In juni was er een plotselinge grote toestroom van 20.000 vluchtelingen in een paar weken, maar die is weer gestabiliseerd naar zo’n 3000 nieuwe mensen in augustus.” Iedere oprisping van geweld kan echter weer een nieuwe golf vluchtelingen veroorzaken.

Kunt u een omschrijving geven van een gemiddelde vluchteling?

„Hij is met zijn hele gezin op de vlucht geslagen vanwege bombardementen of grondgevechten in en rond hun dorpen. De gezinsleden hebben weken gelopen voordat het kamp werd bereikt en hebben onderweg geleefd van voedsel en water dat ze tegenkwamen. Het gevolg is dat ze hier zwak arriveerden, en de kinderen ondervoed waren. Hier in Maban is het gezin geregistreerd en heeft het een tent en andere basale hulpmiddelen gekregen. Nu hebben de familieleden een fulltimebaan aan het vluchtelingenbestaan. Dat betekent lange dagen wachten voor de distributie van onder meer voedsel, het bijwonen van bijeenkomsten met kampoudsten, het zorgen voor genoeg brandhout om te koken, het opzetten van een plek om een beetje fatsoenlijk te leven. Enzovoort.”

Hoe zien de bewoners van het kamp hun nabije toekomst? Verwachten ze snel terug te kunnen keren naar hun thuisprovincie of zijn ze zich aan het settelen?

„De meesten lijken wel terug te willen, maar verwachten dat het nog wel een tijd kan duren voordat het veilig genoeg is om naar huis te gaan. Ze kunnen zich tegelijk niet echt settelen hier, omdat ze geen eigen grond bezitten en een plekje aangewezen hebben gekregen om te leven. Het kleine stukje grond waarop ze nu leven proberen ze wel zo goed mogelijk te gebruiken en regelmatig zie je dat ze wat gewassen geplant hebben, zoals mais.”

Hoe reageren de oorspronkelijke bewoners van Maban op de aanwezigheid van zulke grote groepen vluchtelingen?

„Ze aanvaarden het, maar er zijn wel verschillende problemen en dit zorgt soms voor gespannen situaties. Zo zijn er problemen over de locaties waar de vluchtelingen hun koeien kunnen laten grazen.”

Wat zijn de grootste problemen in het kamp?

„De belangrijkste problemen hebben te maken met hygiëne. Zo zijn er niet genoeg basisvoorzieningen, zoals toiletten, en is ook de watervoorziening minimaal. Dit is mede de oorzaak van meer ziektes en maag- en darmklachten. Ook is het hierdoor moeilijk om de verspreiding van de hepatitis E uitbraak tegen te gaan. Met name jonge kinderen zijn kwetsbaar, vooral omdat velen van hen ondervoed zijn. Er wordt hard aan gewerkt om dit te verbeteren, maar het opzetten van voorzieningen kost tijd en veel materialen zijn moeilijk verkrijgbaar.”

Recent zijn er zware regens in Maban gevallen. Wat zijn daarvan de consequenties?

„De regen maakt het werk extra moeilijk. Grote delen van Maban zijn overstroomd. De wegen naar de kampen zijn moeilijk begaanbaar. Dat maakt het bijvoorbeeld lastig om op tijd bij de gezondheidskliniek te komen en het werk te starten. Vooral de vluchtelingen lijden onder de regen. De hygiëne en de gezondheidssituatie zijn al niet goed en de regen maakt het alleen maar erger.”

Wat is uw rol in Maban?

„Medair heeft in augustus een gezondheidspost geopend in het vluchtelingenkamp Yousif Batil: een van de vier kampen in Maban. Daarnaast wordt er gewerkt aan een cholerakliniek, om te anticiperen op een mogelijke cholera-uitbraak. Ook is Medair bezig met het bouwen van meer dan 200 latrines en hebben we de waterpomp bij het ziekenhuis gemotoriseerd.”


De kerk als waakhond van regime Zuid-Sudan

Bisschop Anthony Poggo weigert echter pessimistisch te zijn over de toestand in zijn land. „God heeft ons heus geen vrede gegeven om ons verder te laten lijden.”

Denk positief, staat er op een speldje dat de anglicaanse bisschop Poggo op een van zijn revers draagt. En dat doe hij. Neem de oliekwestie. Zuid-Sudan draaide afgelopen januari in een vete met buurland Sudan de oliekraan dicht. Daarmee liep de kersverse staat 98 procent van zijn inkomsten mis. Poggo weet er alles van. „Maar”, zegt hij monter, „het wegvallen van de olie-inkomsten gaf de noodzaak aan tot ontwikkeling van betere productiemethoden voor de landbouw. Dat is dus een positief effect.”

Op die manier naar de dingen kijken is christelijk gedrag, maakt hij duidelijk. „Als christenen geloven we dat alles ons gebeurt ten goede.”

Poggo is bisschop van Kajo-Keji, een regio ten zuiden van de Zuid-Sudanese hoofdstad Juba. Vorige week was hij in Nederland op uitnodiging van de Gereformeerde Zendingsbond (GZB). Voordat hij in de kerk actief werd, werkte hij onder meer voor de christelijke ontwikkelingsorganisatie Across.

Natuurlijk ziet de geestelijke ook dat Zuid-Sudan nog serieuze hobbels heeft te nemen. „De infrastructuur is bijvoorbeeld nog heel erg slecht. We hebben sinds kort onze eerste verharde weg.” Hij lacht. „Dat is de eerste sinds Adam en Eva. Dat is lang geleden hoor.” Hij slaat zich op de knieën van het lachen. „Dit weekend merkte ik dat jullie hier in Nederland zelfs de wandelpaden in het bos asfalteren. Asfalt in het bós. Ja, we lopen wel een stukje achter.”

Dan ernstig: „Vergeet niet dat we zo’n veertig jaren van conflict achter de rug hebben. Die erfenis hebben we niet zomaar opgeruimd. Bovendien is het nog iets anders om een land te leiden dan een rebellengroep. Maar het belangrijkste is dat we vrij zijn. We zijn nu eersteklasburgers in ons eigen land. Ik heb mogen stemmen. Dat geeft hoop.”

Het sleutelwoord voor het nieuwe Zuid-Sudan is ontwikkeling, zegt Poggo. „We hebben tribale conflicten in Zuid-Sudan, maar ik geloof dat ze te beheersen zijn. De mensen gaan vechten omdat ze niets anders te doen hebben. Geef hun ontwikkeling. Daar gaat het om. Ik heb dus ook tegen onze gouverneur gezegd dat hij wegen moet aanleggen en dat er een bank moet komen in onze stad. Zo moet het beginnen: in het klein. En dan groter.”

De kerk kan bij die ontwikkeling zeker een rol spelen, aldus Poggo. „We doen bijvoorbeeld nog altijd wat de eerste missionarissen al deden: het bouwen van scholen. We hebben programma’s met microkredieten. Bovendien spelen we een rol als waakhond. We roepen de regerende partijen op tot goed gedrag. En we slaan aan als het niet goed gaat. De kerk heeft dus een hele grote rol.”

De bisschop ziet de afscheiding van het noorden als een interventie van God. „We hebben daar jaren om gebeden en Hij heeft ons verhoord. Dus ik geloof ook dat Hij met ons door zal gaan. Het zou niet zo veel zin hebben ons de vrijheid te geven om ons vervolgens nog langer te laten lijden. Ik geloof niet dat God zo werkt.” Geen gesomber dus.


Zuid-Sudan is sinds 9 juli 2011 onafhankelijk van Sudan. Problemen blijven het kersverse land bepaald niet bespaard. Er zijn interne spanningen en de vooruitgang gaat moeizaam. In het noorden bivakeren bovendien tienduizenden vluchtelingen. De Zuid-Sudanese bisschop Poggo legt uit waarom hij desalniettemin hoopvol is; de Nederlandse Janet Luigjes vertelt over de situatie in de vluchtelingenkampen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer