Asielzoekers kunnen in beroep tegen afwijzing
De duizenden asielzoekers die een brief hebben gestuurd naar het ministerie van Justitie om als ’schrijnend geval’ een verblijfsvergunning te krijgen, kunnen bij een afwijzing daartegen bezwaar maken of in beroep gaan. Dat betekent dat Justitie de verzoeken inhoudelijk moet toetsen.
Dat stellen hoogleraar bestuursrecht P. Nicolaï van de Universiteit van Amsterdam en specialist vreemdelingenrecht B. Olivier in een brief aan VluchtelingenWerk Nederland. Die had hun de vraag voorgelegd of de duizenden brieven volgens de wet als een aanvraag moeten worden aangemerkt.
De brieven die de asielzoekers naar het ministerie van Justitie hebben gestuurd, moeten als een nieuwe aanvraag worden beschouwd. Dat betekent dat een afwijzing in de lopende procedure een wettelijk besluit is waartegen de betrokkenen bezwaar kunnen aantekenen. Voor uitgeprocedeerden geldt dit alles niet.
De deskundigen onderschrijven hiermee het standpunt van minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie. Die had in antwoord op Kamervragen dinsdag nadere uitleg gegeven over deze onduidelijkheid.