De gesprekken tussen beide landen begonnen eerder dit jaar op een lager niveau en zijn erop gericht de spanningen in de westelijke Balkan te laten afnemen. Ashton ontmoette de premiers voorafgaand aan het gesprek ieder afzonderlijk in Brussel.

Servië erkent de onafhankelijkheid van het in 2008 afgescheiden Kosovo niet. Ongeveer 90 andere staten erkennen het land wel, waaronder 22 van de 27 lidstaten van de Europese Unie en de Verenigde Staten.

„We zijn het er over eens de dialoog voort te zetten om de relatie tussen beide partijen te normaliseren”, zei Ashton. „We ontmoeten elkaar binnenkort weer.”

De gesprekken hebben tot dusver een aantal overeenkomsten opgeleverd zoals de wederzijdse erkenning van universitaire diploma’s. De dialoog stopte na de Servische verkiezingen in mei, maar Brussel voerde de druk op om deze te hervatten.

Premier Dacic zei tegen de Servische publieke omroep (RTS) dat hij Thaçi heeft laten weten dat hij over alles met hem wil praten behalve over de onafhankelijkheid van Kosovo. „Ik heb tegen hem gezegd: Kosovo is evenzeer van jou als van mij, want ik ben ook in Kosovo geboren”, aldus Dacic.

Dit eerste gesprek was volgens hem „een dialoog over de dialoog”; die dialoog zal volgens hem een historische zijn. De Serviërs staan naar zijn zeggen open voor een definitieve oplossing van de problemen. Die dialoog zal onder meer moeten gaan over de positie van de Servische minderheid in Kosovo, bescherming van de vele Servische kerken en kloosters, onderzoek naar oorlogsmisdaden en vermiste personen en de terugkeer van uit Kosovo gevluchte Serviërs.

Dacic zegt niet bang te zijn voor kritiek in Servië omdat hij heeft gesproken met Thaçi, die in Servië is aangeklaagd voor oorlogsmisdaden. Ook eerdere Servische leiders hebben al met Thaçi gesproken, aldus de premier.