Wim Berkelaar houdt lezing voor studenten van CSFR Groningen
GRONINGEN – Wanneer het orthodoxe deel van de kerk echt missionair wil zijn, zal het met zijn massieve boodschap over verlossing door de dood van Jezus open moeten staan voor de noden en vragen van de postmoderne samenleving.
Dat zei historicus drs. Wim Berkelaar, werkzaam bij het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden) aan de Vrije Universiteit, donderdagavond in een lezing over ”De afwezigheid van God” in Groningen. De bijeenkomst, die zeventig bezoekers trok, was georganiseerd door het Groningse dispuut van de christelijke studentenvereniging CSFR, Yir’at ’Adonay.
Berkelaar begon zijn lezing met een verwijzing naar het proefschrift ”Afwezigheid van God” (2011) van dr. Wim Dekker en diens boek ”Marginaal en missionair”. Beide handelen over het thema van de kerk en secularisatie. Berkelaar heeft waardering voor het feit dat dr. Dekker over deze thematiek schrijft. Maar er zit volgens hem een grote spanning in het denken van de IZB-voorman. „Wim Dekker spreekt over „God als een geschonken mogelijkheid.” Dit suggereert een vrijblijvendheid die er in de praktijk niet is. Dit geeft een enorme spanning voor de missiologie.”
De kern van de problematiek is volgens Berkelaar dat in de verlichting de theologie tot antropologie is geworden. „Met de woorden van H. M. Kuitert: Al het spreken van boven komt van beneden. Daarom is de orthodoxe boodschap voor velen tegenwoordig niet meer geloofwaardig.”
Gemeenschap
De VU-historicus ging op zoek naar verschillende antwoorden op de vraag naar de oorzaak van de secularisatie –„een begrip dat niet eenvoudig valt te duiden”– en de kerkverlating. Als eerste oorzaak noemde Berkelaar de ervaring van de afwezigheid van God. „Als God niet verschijnt in de geschiedenis, is alles wat de kerk doet mensenwerk. Mensen verwijzen graag naar religieuze ervaringen, maar dat heeft weinig waarde voor de buitenwereld.”
Een andere oorzaak ligt in het feit dat er alleen al binnen het christendom veel verschillende interpretaties bestaan van het geloof. Daar komt volgens Berkelaar bij dat het geloof niet zonder gemeenschap kan. Deze gemeenschap komt door het postmodernisme en de individualisering onder druk te staan.
Toch toonde Berkelaar („Zelf niet meer gelovig”) zich niet helemaal pessimistisch over de toekomst van de kerk. „Het kan nog wel wat worden met de kerk, maar dan moet een aantal dingen beter.” In de eerste plaats moet de kerk volgens hem de theodicee, het probleem van het lijden, serieuzer nemen. Verder zou er meer aandacht moeten zijn voor de mens als beelddrager van God die zijn verantwoordelijkheid neemt en meearbeidt in het Koninkrijk van God, in plaats van dat de mens altijd in de beklaagdenbank wordt gezet.
Volgens Berkelaar is het niet zo dat dat de seculiere wereld beter is dan de kerk. „Ik ben historicus, en ik weet waar seculiere ideologieën in het verleden toe hebben geleid. Denk aan Hitler en Stalin. Ik zie in de kerk veel wat van waarde is. Naar mijn mening zijn kerkmensen vaak betere burgers omdat er sprake is van een kritisch tegenover, in de preek, of in de woorden van Jezus.”
De VU-historicus ziet ook een taak voor de kerk in het beteugelen van hoogmoed van de wereld. „Het gevaar van het liberalisme is dat het een uniform vooruitgangsgeloof is waarbij de achterblijvers, bijvoorbeeld de christenen, als achterlijk worden gezien. Hier wordt de mens als God.”
Sociologisch
Na de pauze stelden de Groningse studenten voornamelijk vragen over de legitimiteit van de woorden van Berkelaar. „Wat moeten wij met uw woorden over de kerk, als u zelf niet meer gelooft?” aldus een student.
„Laat ik met Holleeder in het tv-programma College Tour zeggen dat ik mezelf niet heb uitgenodigd”, reageerde Berkelaar, die aangaf wel van zulke vragen te houden. „Ik probeer het probleem van de secularisatie sociologisch te duiden. Het is aan u of u er wat aan hebt.”