Christelijke dogmatiek gepresenteerd
AMSTERDAM – Aan de VU in Amsterdam is donderdag de ”Christelijke dogmatiek” van prof. dr. G. van den Brink en prof. dr. C. van der Kooi gepresenteerd. Vicepresident van de Raad van State mr. J. P. H. Donner nam het eerste exemplaar in ontvangst.
De meeste aanwezigen leken het er donderdag over eens: het boek van de twee VU-systematici heeft het in zich om het nieuwe dogmatische standaardwerk na het ”Christelijk geloof” van H. Berkhof te worden.
Tijdens de presentatie spraken naast mr. Donner ook synodepreses ds. P. Verhoef van de Protestantse Kerk en prof. dr. W. Janse, decaan van de theologische faculteit van de VU.
Prof. Van der Kooi was blij het boek aan Donner te mogen overhandigen. „U dient op uw positie bij het hoogste adviesorgaan van de regering in uitzonderlijke zin het publieke belang. Dat geloof in het publieke domein een rol moet en mag spelen, is steeds minder vanzelfsprekend.” Ook prof. Janse toonde zich verheugd met de komst van de oud-minister. „U onderstreept daarmee dat religie en de theologische doordenking ervan relevant zijn.” Hij hoopte verder op een „spoedige vertaling” van het werk.
Donner las het vuistdikke boek de afgelopen twee weken „op de wijze waarop een minister leert lezen”, en memoreerde dat de presentatie plaatsvond op de dag van de herroeping van het Edict van Nantes, in 1685. „Dat was een moment waarop de gemeente werd teruggeworpen op het gebed en het geloof alleen. De hulp van wereldse kant viel weg. Op zulke momenten is oriëntatie zoals die in dit boek gegeven wordt van veel belang.”
De politicus stelde wel de vraag of het boek nu echt de vragen die onder burgers leven oppakt. „We moeten ons realiseren dat we in een omgeving leven waarin men het niet zozeer oneens is met de kerk, maar die gewoon niet relevant meer vindt. Zelfs de vraag naar het waarom van het lijden lijkt minder te spelen. Van de overheid wordt verwacht om als de nieuwe voorzienigheid te voorzien in het geluk waar we zogenaamd recht op hebben.”
Een dogmatiek moet volgens Donner „zó veel bestaansverheldering bieden dat mensen als de Samaritaanse vrouw gaan zeggen: „Kom mee, er is iemand die alles van me weet, zou dat niet de Messias zijn?””
Zonder dogmatiek gaat het niet, aldus Donner, omdat mensen dan blijven „vastzitten” in meningsverschillen. „Maar het tegendeel komt ook voor, dat mensen elkaar met het dogma de kerk uitvechten. Protestanten hebben de neiging om dogmatiek zo ongeveer te zien als wetgeving in de staat, als een instrument om elkaar de maat te nemen, en niet als een steiger om elkaar op te bouwen. Dat is de verleiding van de rede. De individuele overtuiging is iets geworden waaraan elke gemeenschapszin onderworpen wordt.”
Hij hekelde de tendens om religie te weren uit het publieke domein. „De meeste westerse waarden vinden hun oorsprong in het christelijk denken, en niet, zoals men wel beweert, in het Griekse. Alleen de hoge waardering voor het denken komt uit Griekenland, en juist dat punt bleek een zwakke schakel. Ook de aandacht voor het individu is opgekomen uit de christelijke middeleeuwen.”
„Landbelofte niet vervluchtigd”
Tijdens de presentatie van de ”Christelijke dogmatiek” donderdag lichtten de auteurs enkele beslissingen die ze namen toe. Volgens prof. Van der Kooi staat het boek wat betreft de bredere aandacht voor het eigen werk van de Heilige Geest dicht bij het gedachtegoed van prof. dr. A. A. van Ruler. Van prof. dr. G. C. Berkouwer is over de hele linie de gedachte overgenomen dat geloof en openbaring onlosmakelijk samenhangen.
Op een vraag over het hoofdstuk over Israël stelde prof. Van der Kooi dat de „implicatie” van wat in dat hoofdstuk wordt gezegd, is dat het „religieuze recht op het land” ontkend wordt.
Prof. Van den Brink gaf aan dat de traditie van verbondenheid met Israël wel richtinggevend is gebleven. „We willen niet spiritualiseren, maar ook niet politiseren. Onze formulering daarvoor is dat de landbelofte niet is vervluchtigd, maar ook niet verhard. Het blijft een belofte.”