Hydepark, als het sneeuwt net een plaatje van Anton Pieck
DOORN – Ingelijst in een okergeel en roestbruin landschap ligt Hydepark, het conferentie- en trainingscentrum van de Protestantse Kerk. Hoekig, verouderd, bijna afgedankt. Maar het lijstje eromheen blijft prachtig.
Een postbode fietst het landgoed op, trapt zich een weg omhoog, langs het pad dat naar de ingang voert. Er liggen bladeren op de lanen. Het is herfst op Hydepark. Zelfs de krachtig spuitende fontein voor de Oranjerie kan niet verhullen dat glorie vergaat. Het conferentiecentrum annex retraiteoord wacht de sloperskogel.
De synode wilde echter geen afscheid nemen van het landgoed en besloot eerder Hydepark te handhaven, mits er een goed doortimmerd plan zou komen voor de exploitatie ervan. Dinsdag ontvouwde de dienstenorganisatie de uitwerking van dit besluit: een voorstel voor een nieuw te bouwen ”huis van de kerk”. Een herkenbaar, functioneel en spiritueel huis, geschikt voor bezinning, toerusting en ontmoeting.
M. Dunsbergen is sinds ruim zes jaar coördinator van het conferentiecentrum. Kalm kiest ze haar woorden. „Hydepark is eigenlijk al een huis van de kerk”, zegt ze. „Een huis is meer dan een plek waar cursussen en bijeenkomsten worden gehouden. Een huis geeft warmte, moet vertrouwd zijn.”
Een vertrouwde locatie, dat is Hydepark. „Voor velen”, verzekert ze. „Deze plek heeft iets waardoor je rustig wordt. De kerk heeft behoefte aan een plek waar zij zich kan terugtrekken.”
Het gastenboek spreekt een woordje mee. „Home sweet home”, staat er in grote letters geschreven. En: „Dit plekje moet nog lang blijven bestaan.”
Wél nieuw in het plan van de dienstenorganisatie is dat het ”huis van de kerk” gaat fungeren als vakantiestek voor mensen die afhankelijk zijn van zorgverlening en begeleiding. De kerk gaat hiervoor samenwerken met de Protestantse Stichting Diaconaal Vakantiewerk.
Tot nu toe hielden de zorgbehoevenden vakantie in het aangepaste vakantiecentrum F. D. Roosevelthuis, dat eveneens op het landgoed ligt. Het vakantiehotel verkeert echter in slechte staat en kan niet meer voorzien in de zorgbehoefte van de gasten.
Schaatsen
Het conferentiecentrum –het oude renaissancepaleis Hydepark werd in de oorlog per ongeluk opgeblazen– mag dan aan de buitenkant een blokkendoos zijn, de binnenkant verrast. „Robuust en stevig”, zo beschrijft Dunsbergen. „Je gaat pas van het gebouw houden als je er binnen bent.”
Er is veel beton in verwerkt. Houten plafonds zorgen voor warmte, glazen deuren voor openheid. In elke ruimte trekken ramen de blik naar buiten, waar eeuwenoude beuken rusten in de glooiingen van het park, waar herinneringen wonen aan een verleden tijd. Geef de protestantse synodeleden eens ongelijk als ze zeggen geen afstand te willen doen van deze verstilde plaats.
„Wanneer het sneeuwt, is het hier net een plaatje van Anton Pieck”, mijmert Dunsbergen, terwijl haar ogen gericht zijn op de vijver. „Dan schaatsen er kinderen en komen de reeën wat dichter bij het gebouw.” Met een lach: „Je zult maar zo’n werkplek hebben.”
Vindt ze het jammer dat het centrum op termijn met de grond gelijk gemaakt wordt? „Nee, niet echt. Ik wil de realiteit onder ogen zien. Als het getij verloopt, moet je de bakens verzetten. Zo ben ik opgevoed. Bovendien is het hier niet prettig werken. De indeling van het gebouw is niet flexibel, waardoor dit centrum minder geschikt is voor kleine groepen.”
Er zijn nog meer nadelen aan het gebouw verbonden. Het vele beton maakt renovatie zo goed als onmogelijk en belemmert tevens het telefoonverkeer via de gsm. Stiller dan in Hydepark kan je stille tijd dus niet zijn.
De deze week gepresenteerde ideeën over de toekomst van Hydepark komen in november ter tafel op de synode. Als de plannen doorgaan, zal Dunsbergen daar weinig van merken omdat zij te zijner tijd met pensioen is.
Ze gaat weer aan het werk. Maar niet voordat ze uitnodigend naar de glazen bokaal met pepermunt heeft gewezen. Zo gaat dat, in een huis van de kerk.