Kritiek uit Kamer op verhoging ozb
DEN HAAG (ANP) – Partijen in de Tweede Kamer hebben kritiek op de verhoging van de onroerendezaakbelasting (ozb) door veel gemeenten. Kritiek is er in elk geval van SP, CDA en D66.
De SP wijst de beschuldigende vinger naar de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Die heeft namens de gemeenten geaccepteerd dat het Rijk taken afschoof, zonder daar geld bij te leveren. Dat leidt er nu toe dat de rekening door lokale bestuurders in de vorm van een hogere onroerendezaakbelasting (ozb) bij de burger wordt gelegd, zegt SP-Kamerlid Ronald van Raak.
„Gemeenten hebben ook gespeculeerd met grond en ook dat wentelen ze nu af op de burger. Maar de belangrijkste reden voor problemen bij gemeenten is dat ze niet hebben geprotesteerd toen het kabinet taken over de schutting gooide naar gemeenten”, aldus Van Raak.
CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg noemt de ozb-verhoging „heel erg zorgelijk”. Volgens haar komen gemeenten eerdere afspraken over maximale verhogingen niet na. „Het gaat de verkeerde kant op. En nog zorgelijker is dat het niet makkelijk is voor burgers om de taxatiewaarde van hun huis naar beneden bijgesteld te krijgen.” Ook zij ziet dat gemeenten in de problemen zitten door grondspeculaties.
Kees Verhoeven (D66) stelt dat gemeenten in totaal 60 miljoen euro over het met de overheid afgesproken maximum heen zijn gegaan en dat het terecht is als ze daarop volgend jaar worden gekort. „Veel mensen begrijpen dit niet. De huizenprijzen dalen, maar toch moet je meer ozb betalen. Dat is niet uit te leggen.”
Wel erkent hij het recht van gemeenten om de ozb met een bepaald maximum te verhogen, al noemt hij dat met de dalende huizenprijzen en WOZ-waardes niet wenselijk. „Gemeenten zijn er deels toe gedwongen omdat ze veel taken hebben gekregen zonder het geld erbij. Maar laat ze een voorbeeld nemen aan gemeenten als Den Haag en Lopik en de rekening niet te gemakkelijk doorschuiven naar de burger.”