Het valt voor de fracties van de onderhandelende partijen „te hopen dat hun nieuwsgierigheid niet al te vaak en te lang op de proef wordt gesteld”, schreef Charlotte Brand van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit Nijmegen dinsdag in het formatieweblog dat het centrum wekelijks bijhoudt.

„Rutte en Samsom hebben ervoor gekozen hun fracties niet op te delen in werkgroepen”, constateert Brand. „In het verleden was dit de manier om de Kamerleden actief bij de formatie te betrekken. Nu lijken de VVD’ers en PvdA’ers maar te moeten afwachten waarmee de onderhandelaars op de proppen komen.”

De fractie buitenspel laten staan of in de achterhoede laten meespelen, blijft volgens haar een „lastige keuze.” Wél betrekken geeft het uiteindelijke regeerakkoord meer draagvlak en maakt het makkelijker om beleidsvoornemens uit te voeren. „De Kamerleden kunnen immers niet doen of ze er niets mee te maken hebben gehad.”

Niet betrekken kan het tempo van de onderhandelingen weliswaar hoog houden, stelt Brand, maar leidt tot verongelijkte gezichten en gemor. „Dat liet de CDA-fractie in 2010 duidelijk merken. Iedere onderhandelaar weet dat aan het eind van de rit de fracties wel hun fiat dienen te geven aan het resultaat. Met een kribbige fractie is het lastig zakendoen.”

Eurocommissaris Kroes (Digitale Agenda) sloot gisteren tegenover het ANP uit dat ze plaatsneemt in het nieuwe kabinet dat momenteel gevormd wordt door de PvdA en de VVD. „Er is heel veel te doen in Brussel en ik heb heel veel beloofd. Dat wil ik graag zelf afmaken”, zei de VVD’er.

Ze merkte verder op dat premier Rutte „natuurlijk wel voor de helft vrouwen” moet werven voor ministersposten.