Europees Parlement kiest Pat Cox tot voorzitter
Het Europees Parlement (EP) heeft dinsdag in Straatsburg een nieuwe voorzitter aangewezen. Tot de volgende verkiezingen, in juni 2004, is de leiding over de werkzaamheden in handen van de Ier Pat Cox (49). Hij behoort tot de fractie van de liberalen.
Hij volgt de Franse mevrouw Nicole Fontaine op, die deel uitmaakt van de EVP, de partij waarin christen-democraten en conservatieven uit de diverse lidstaten zich hebben verenigd. Zij verruilde haar zetel achter de tafel van het presidium voor weer een stoel te midden van haar politieke geestverwanten in de zaal.
De burgers in de landen van de gemeenschap mogen om de vijf jaar naar het stemhokje om te bepalen welke politici hun belangen behartigen in de volksvertegenwoordiging van de Unie. Het reglement van die 626 leden tellende instelling schrijft voor dat een voorzitter slechts voor de helft van die periode aantreedt. Halverwege de rit heeft er traditioneel een wisseling van de wacht plaats. Ook de commissies voor de diverse beleidsterreinen, met alle daarbijbehorende functies, worden dan opnieuw geformeerd.
De afgevaardigden van het EP hadden een volle dag uitgetrokken om de interne personele zaken voor de tweede helft van hun lopende ambtstermijn te regelen. Geen debatten dinsdag over Europese wetgeving of over andere spannende en minder spannende onderwerpen. De agenda vermeldde slechts één punt: de benoeming van de voorzitter.
Mario Soares, voormalig president van Portugal, viel de eer te beurt om de procedure in goede banen te leiden. Als oudste lid mocht hij voor korte tijd de regie voeren over het Parlement. In 1999 koesterde hij de ambitie om dat gedurende tweeënhalf jaar te gaan doen. Hij wierp zich toen op als de voornaamste rivaal van Fontaine, maar hij verloor de slag.
Ditmaal waren er vijf kandidaten genomineerd: de Brit David Martin (socialisten), de Ier Pat Cox (liberalen), de Fransman Gérard Onesta (Groenen), diens landgenoot Francis Wurtz (verenigd links, waaronder de SP) en de Deen Jens-Peter Bonde van het Europa van Democratieën in Diversiteit (EDD), de fractie waarbij de driemansdelegatie van ChristenUnie-SGP is aangesloten. Nadat elk van hen de gelegenheid had gekregen om zijn campagne af te ronden met een korte speech, volgde de geheime stemming; op de ouderwetse manier, door het invullen van een stembriefje. Dus schaarden zich alle europarlementariërs keurig in de rij om hun envelop met het biljet daarin in de bus te deponeren.
In de eerste ronde behaalde geen van de kandidaten de vereiste absolute meerderheid van de uitgebrachte en geldige stemmen. Meteen tekende zich wel af wat vooraf al vaststond, namelijk dat het een nek-aan-nekrace zou worden tussen Cox en Martin. Twee van de andere, kansloze gegadigden haakten vervolgens af. Doordat Bonde, die eveneens een ondergeschikte rol speelde, dat niet deed, bracht de tweede ronde evenmin klaarheid.
Slechts eenmaal in de geschiedenis van het sinds 1979 rechtstreeks verkozen EP vergde de aanwijzing van een voorzitter het maximale aantal van vier stemmingen. Dat was het geval in 1982, toen uiteindelijk de Nederlander Piet Dankert (PvdA) de zege opeiste. In zo’n beslissende ronde blijven alleen de twee kandidaten over die in de vorige ronde de meeste steun kregen.
Deze keer gaf de derde ronde uitsluitsel. Aan het eind van de middag kon een stralende Cox de felicitaties, de bloemen en een langdurig applaus van zijn collega’s in ontvangst nemen. Hij verwierf 298 stemmen. Martin wist er 237 binnen te halen en Bonde 33.
In het verleden leerde de praktijk dat de christen-democraten en de sociaal-democraten om de beurt de voorzitter leverden. Zij gooiden het steeds met elkaar op een akkoordje. Aan die gang van zaken kwam in de zomer van 1999 een eind. De relatie tussen de twee grote stromingen was toen verstoord door de ontwikkelingen rond het aftreden van de Europese Commissie. De visies op die gebeurtenis verschilden nogal. De christen-democraten, die bij de verkiezingen de meeste zetels veroverden, sloten ditmaal een deal met de liberalen. Die beloofden steun aan Fontaine voor de eerste helft als omgekeerd zij daarna zouden kunnen rekenen op hulp voor de nominatie van Cox voor de tweede helft.
Laatstgenoemde is de eerste Ier die de hoogste post binnen het EP bekleedt en de tiende voorzitter vanaf 1979. Hij heeft sinds 1989 zitting in de EU-volksvertegenwoordiging en trad de laatste jaren op als aanvoerder van de groepering van de liberalen, voluit de Europese Liberale en Democratische Partij (ELDR), die beschikt over 52 zetels en daarmee de derde qua grootte is. In een eerdere fase van zijn leven doceerde hij als hoogleraar het vak economie aan de Universiteit van Limerick en werkte hij als journalist bij de televisie in zijn geboorteland.
Cox heeft volgens zijn voornaamste concurrent van dinsdag, Labour-afgevaardigde Martin, alles in zich om uit te groeien tot een voorzitter van hoge kwaliteit. Hij geniet bekendheid als een overtuigd Europeaan. Tegelijk ligt hem, zo benadrukte hij, het behoud van de culturele diversiteit binnen de Unie na aan het hart. Om dat te illustreren sprak hij na zijn verkiezing enkele zinnen in zijn moedertaal, het Iers.
Voorts ziet hij zijn verkiezing, van iemand uit een klein land en uit een kleine fractie, als een bevestiging dat iedereen in de EU meetelt. Hij is een warm voorstander van de uitbreiding van de gemeenschap en noemt verder de beoogde bestuurlijke hervormingen, waarvoor binnenkort een conventie plannen gaat opstellen, een thema met een hoge prioriteit in de komende jaren.
Binnenshuis streeft de voorzitter eveneens naar vernieuwingen. Hij wil naar zijn zeggen „meer vitaliteit” brengen in de debatten en in de stemmethoden. Het EP, dat samenkomt in Brussel en in Straatsburg, moet naar zijn opvatting een platform worden, dat het publiek een discussie voorschotelt over de wezenlijke politieke zaken. „Meer aan politiek doen”, zoals hij het uitdrukte, en minder bezig zijn met allerlei technische details.
Cox: „In de ogen van veel burgers is het Europees Parlement alleen maar een praathuis. Misschien was het dat inderdaad ooit wel, maar die tijd ligt inmiddels achter ons. De realiteit van vandaag de dag is een andere. We moeten echter de beeldvorming bij de kiezers op dat punt nog bijstellen.”