„De tentoonstelling is wat herschikt”, zei directeur Emily Ansenk woensdag voor de NOS-radio. De Kunsthal gaat woensdagochtend weer open na de miljoenenroof van de dag ervoor. Bij de inbraak werden zeven schilderijen buitgemaakt, waaronder werken van Claude Monet, Pablo Picasso en Henri Matisse. Deze schilderijen maken deel uit van de Triton-collectie van een Nederlandse stichting die een verzameling kunstwerken in bezit heeft van zo’n 170 invloedrijke kunstenaars uit de periode 1860-1970.

Ansenk gaat ervan uit dat de daders van te voren hebben bekeken welke schilderijen ze wilden hebben. „Ik ga ervan uit dat ze goed wisten wat ze van de muur trokken.” De directeur stelde dat de beveiliging van de Kunsthal „absoluut adequaat” was. Volgens haar voldoet de Kunsthal aan alle internationale normen op beveiligingsgebied.

Over het verloop van het onderzoek naar de inbraak kon Ansenk niets zeggen. Critici stelden dinsdag dat de schilderijen wel erg in het zicht hingen. Maar volgens de directeur is dat een bewuste keuze geweest. De zaal ligt aan het Museumpark. Daardoor komt er daglicht binnen en is een deel van het werk van buiten te zien. Dat maakt het gebouw, een ontwerp van architect Rem Koolhaas, juist zo aantrekkelijk, aldus Ansenk.