Lessen uit rampen vervagen te snel
Beleidsmakers vergeten veel te snel de lessen die getrokken kunnen worden uit het onderzoek naar rampen, zoals de explosie van de vuurwerkfabriek in Enschede, de brand in Volendam en de Bijlmerramp. Veiligheidsbeleid is bovendien sterk afhankelijk van dalende middelen. De eerste gevolgen daarvan zijn nu alweer zichtbaar.
Dat zegt prof. dr. B. Ale woensdagmiddag in zijn intreerede als deeltijd hoogleraar Veiligheid en Rampenbestrijding aan de Technische Universiteit Delft. Ale is de eerste hoogleraar op dat gebied in Nederland. Volgens hem kenmerkt de geschiedenis van rampenbestrijding zich door vergeten lessen en ruw ontwaken.
Ale stelt dat beleidsmakers geneigd zijn een oogje dicht te knijpen als veiligheidsmaatregelen in een dichtbevolkt land als Nederland te veel geld dreigen te gaan kosten. „Na ieder ongeval blijkt dat het zich niet houden aan voorschriften een – soms doorslaggevende – bijdrage heeft geleverd aan het ontstaan van het ongeluk. Beleid is er genoeg, maar de wil om zich eraan te houden ontbreekt", meent de professor.
Ale constateert dat er stapels rapporten en adviezen zijn verschenen na ongevallen en rampen in de afgelopen tien jaar. Toch is alweer besloten om de sanering van het spoorwegemplacement in Venlo – al tientallen jaren zonder vergunning, te gevaarlijk en te lawaaierig – maar uit te stellen omdat aanpassing 175 miljoen euro zou gaan kosten. Dordrecht wil kantorenlocaties langs het spoor uitbreiden, terwijl een jaar geleden bijna een ramp gebeurde met een lekkende giftrein bij zo’n locatie in Amersfoort, aldus de hoogleraar.
„Voor Schiphol is een nieuwe risicomaat afgesproken die de kans op een tweede Bijlmerramp met een factor vijf vergroot. De luchthaven Maastricht/Aken heeft een nog groter risico, maar in het recente regeringsstandpunt over deze luchthaven komt dit berekende risico niet eens voor. En dan de hotelbranche: in mei bleek dat het met de veiligheidvoorzieningen droevig gesteld is, maar men vindt het in kaart brengen van de risico’s een overdreven inspanning", houdt Ale zijn gehoor voor.
Ale vindt dat de publieke en politieke belangstelling voor veiligheidsbeleid vluchtig is. „En als er iets gebeurt kan niemand zich herinneren hoe dat zo heeft kunnen ontstaan." De hoogleraar pleit er voor om mensen persoonlijk aansprakelijk te maken voor veiligheid. „Dat kan de houder van een inrichting zijn die de voorschriften naast zich neerlegde, maar ook de minister die besluit een risico te aanvaarden. Want als schuld wordt afgedaan als een ons allen omvattend collectief treft uiteindelijk niemand blaam." De leerstoel van Ale gaat zich onder meer speciaal bezighouden met het verspreiden van kennis over rampen en veiligheid.