Bijna 70 procent daarvan probeert actief zijn energiegebruik te verminderen, zo maakte de organisatie maandag bekend. Financiële motieven lijken maar in beperkte mate van invloed te zijn op deze keuze. De groep huishoudens die zich zorgen maakt over de betaalbaarheid van de energierekening is namelijk veel kleiner; 19 procent.

De (vaat)was op een lagere temperatuur doen en andere methoden om zuiniger om te gaan met huishoudelijke apparatuur zijn populairder dan dure investeringen, zoals betere isolatie, om de woning energievriendelijker te maken. Te veel huishoudens zijn daarvoor voor hun gevoel te afhankelijk van de verhuurder, de woningcorporatie of de vereniging van eigenaren. Overigens zit dat voor een deel tussen de oren. In 40 procent van de gevallen kan de beoogde investering na overleg alsnog worden gedaan, aldus Milieu Centraal.

Goede voornemens zijn er overigens wel ten aanzien van zonnecollectoren en zonneboilers; voor de toekomst is 29 procent van de ondervraagde huishoudens daarin geïnteresseerd.

Uit berekeningen die het Energieonderzoek Centrum Nederland op verzoek van Het Financieel Dagblad heeft gemaakt blijkt dat Nederlandse burgers tot 2020 naar verwachting zo’n 1 miljard euro zullen investeren in het lokaal opwekken van duurzame energie. Ze doen dat door zich te verenigen in burgercoöperaties. Daarvan zijn er inmiddels zo’n 300 in Nederland.

Fnuikend voor hun succes is wel de regeling voor btw-heffing op zelf opgewekte energie. „Als die energie is opgewekt met zonnepanelen op het eigen dak, is er geen probleem. Maar wanneer jouw dak daar niet geschikt voor is en je legt jouw paneel op het dak van de school verderop, dan is de energie op het publieke net geweest en betaal je zowel energiebelasting als btw, ondanks dat het je eigen energie is. Opgeteld vormen de belastingen bijna de helft van de energieprijs”, klaagde een zegsman van de initiatiefnemers onlangs.

Zo’n 4 procent van de energievoorziening in Nederland bestaat op dit moment uit duurzaam opgewekte energie.