Jongeren ontkennen invloed studentenvereniging op kerkkeuze
Socioloog Ben Provoost deed onderzoek naar de kerkelijke keuze van studerende jongeren. Hij concludeert dat de voornaamste godsdienstige veranderingen bij jongeren uit de gereformeerde gezindte optreden in hun studententijd. Lidmaatschap van de studentenvereniging CSFR heeft hierop een versterkend effect, aldus Provoost. Het klimaat op deze studentenvereniging zou worden gestempeld door geloofszekerheid. Vier reacties van betrokkenen.
Jan Nathan Rozendaal
Leeftijd: 35
Woonplaats: Den Haag
Studie: planologie, Universiteit Wageningen
Functie: interim-manager bij de provincie Zuid-Holland
Kerkelijke gezindte: Gereformeerde Gemeenten
„Over kerkelijke grenzen heen leren kijken”
Tijdens zijn studie was Jan Nathan Rozendaal lid van twee studentenverenigingen: Depositum Custodi (DC) en Solidamentum. Van de laatste vereniging was hij ook landelijk voorzitter. In die tijd was hij lid van de gereformeerde gemeente in Nederland in Gouda.
De studentenverenigingen zijn voor hem niet doorslaggevend geweest in zijn keuze voor de Gereformeerde Gemeenten. „Ik koos überhaupt niet voor een bepaald kerkgenootschap, maar voor een gemeente waarin je een orthodox-christelijk geluid hoort en waar het Woord van God wordt verkondigd.”
Wel doorslaggevend waren de gesprekken met zijn Wageningse huisgenoten, „soms tot diep in de nacht.”
„Je zit als student in een cruciale levensfase. Ik deed belijdenis in de gereformeerde gemeente in Nederland in Gouda. Na mijn vertrek uit Gouda besloot ik mij goed te oriënteren. De keuze voor een gemeente is een bewuste keuze, je vraagt je lidmaatschap op bij de ene gemeente en schrijft je in bij de andere. Dat doe je niet zomaar.”
Voor Jan Nathan was het belangrijk een kerk te vinden in de buurt, „zodat je niet allerlei kerken voorbijrijdt waar het Woord van God ook wordt verkondigd.”
Op de studentenverenigingen leerde Jan Nathan over kerkelijke grenzen heen kijken. „Toen ik aan mijn studie begon, wist ik bijvoorbeeld precies hoe het zat met het aanbod van genade, zonder me verdiept te hebben in de kerk der eeuwen. Toen ik dat ging doen, kreeg ik meer zicht op de kern van het christelijk geloof en werden allerlei kerkelijke verschillen in Nederland minder relevant. Ik heb mij in mijn studententijd meer op de wereldkerk gericht. En op de Bijbel zelf. Want als je gelooft dat het waar is wat Jezus zegt, moet je het ook geloven zoáls Hij het zegt.”
Zijn keuze voor de gereformeerde gemeente in Den Haag wekte vooral onder ouderen in zijn vroegere thuisgemeente in Gouda bevreemding op. „Zij hebben de scheuring van 1953 nog meegemaakt; daardoor ligt zo’n overstap voor hen zeer gevoelig. Toch ben ik niet vervelend uit de gereformeerde gemeente in Nederland te Gouda weggegaan. Ik heb mijn keuze proberen uit te leggen en ben dankbaar voor wat ik er heb meegekregen.”
Onder jongeren is het verschil tussen kerkverbanden geen thema meer, merkt Jan Nathan op. „En dat is mooi, want christenen hebben elkaar in een ontkerstend Nederland tegenwoordig hard nodig. Laten we samen God dienen op de plek waar hij ons heeft geplaatst. Christen-zijn uit zich in daden; dat zegt meer dan een kerkverband waartoe je behoort.”
August Eckhardt
Leeftijd: 27
Woonplaats: Dordrecht
Studie: industrieel ontwerpen, TU Delft
Functie: innovatiefacilitator bij een adviesbureau
Kerkelijke gezindte: PKN (Gereformeerde Bond)
„Kerkmuren op de CSFR het laagst”
August Eckhart groeide op in Hendrik-Ido-Ambacht en was tot zijn huwelijk in 2009 lid van de gereformeerde gemeente. „Tijdens mijn studie bezocht ik in Delft wel eens diensten van de Gereformeerde Bond. Een overstap naar de plaatselijke PKN vond ik niet nodig, omdat ik kerkelijk nog in mijn thuisgemeente betrokken was. Zo’n beslissing kun je beter nemen als je besluit je definitief ergens te vestigen.”
Niet alleen de studentenvereniging is van invloed op de vorming van jongeren, stelt August, in 2008 landelijk voorzitter van de CSFR. „De confrontatie met andersgelovigen en niet-gelovigen is het heftigst als je in het studentenleven terechtkomt. Dan is een goede vorming en begeleiding in het gezin waar je uit voortkomt van belang. Je ouders hoeven niet universitair geschoold te zijn om er voor je te zijn. Thuis is die open sfeer er gelukkig altijd geweest. Mijn ouders onderstreepten in de opvoeding de waarde van het gereformeerde belijden en de gereformeerde traditie in brede zin.”
Ook de kerk speelt een belangrijke rol in de vorming van jongeren, stelt August. „In Hendrik-Ido-Ambacht was er vanuit de gemeente voldoende aandacht voor studenten. In sommige gemeenten is dat anders. Daar kennen ze de situatie waarin een student terechtkomt niet en besteden ze er geen aandacht aan. Dat is jammer, want de Gereformeerde Gemeenten hebben een deputaatschap voor studerenden dat zulke gemeenten juist goed kan ondersteunen.”
Lidmaatschap van de CSFR brengt niet per definitie verwijdering ten opzichte van de Gereformeerde Gemeenten, stelt August. „Op de CSFR komen de verschillen subculturen uit de gereformeerde traditie bij elkaar en gaan ze met elkaar in gesprek. Je zou kunnen stellen dat daar de kerkmuren het laagst zijn. Het is laakbaar om de CSFR aan te wijzen als dé beslissende factor voor het geestelijk welzijn of de kerkkeuze van de student.” De CSFR stelt het gereformeerd belijden niet ter discussie, maar wil staan op dat fundament. „Een reden voor oprichting was studenten vanuit het gereformeerd belijden te helpen een weg te vinden in de seculiere academische wereld.”
Is een wetenschappelijke houding van invloed op de kerkelijke keuze? August: „Voor mij niet, al is het wel zo dat je met een kritische, wetenschappelijke houding eerder vragen stelt bij bepaalde kerkelijke culturen en theologische uitgangspunten. Ik zie geen tegenstelling tussen het christelijk belijden en een wetenschappelijke denkwijze. De wetenschap is een bril waarmee je naar de werkelijkheid kunt kijken, maar zal nooit een allesomvattend beeld geven. Het geloof leeft niet bij wetenschappelijke thema’s, maar uit de openbaring van de levende God in Zijn Woord.”
Marloes Hoencamp
Leeftijd: 24
Woonplaats: Amsterdam
Studie: pedagogische wetenschappen (afgerond), nu: rechten
Beroep: vanaf 1 november medewerker onderwijsbeleid bij Driestar Educatief
Kerkelijke gezindte: PKN (Gereformeerde Bond)
„Veel geloofsonzekerheid en twijfel”
Marloes deed op haar 18e belijdenis in de gereformeerde gemeente in Arnhem. Daarna ging ze studeren aan de VU in Amsterdam. „Het eerste jaar reisde ik heen en weer en ging ik op zondag naar de kerk in Arnhem. Dat reizen was intensief. Daarom ben ik het tweede jaar op kamers gegaan in Amsterdam. Ik kwam toen niet meer zo vaak het weekend in Arnhem. Als ik in Amsterdam was, ging ik op zondag naar de Gereformeerde Bond: de Noorderkerk. Ik kreeg verkering met een jongen die tot deze gemeente behoort.”
De studie pedagogische wetenschappen confronteerde Marloes met levensvragen. „Ik heb veel strijd gehad met de combinatie geloof en wetenschap. Er werd op de universiteit flink aan mijn fundamenten geschud. Eerst had ik niet zo’n zin om naar de CSFR te gaan, maar ik heb me laten overhalen. Ik vond daar herkenning met mijn vragen.”
Marloes hield contact met de kerkenraad in Arnhem. „Ik heb gezegd dat ik het lastig vond om over te gaan naar een andere gemeente. Er was begrip voor, maar er werd ook gezegd: Jammer, want we hebben jongeren nodig. Dat vond ik moeilijk. Ik heb wel hart voor de Gereformeerde Gemeenten.”
Marloes werd lid van de Noorderkerk. Thuis werd haar beslissing positief opgepakt. „Mijn vader is van huis uit gereformeerd, mijn moeder gereformeerde gemeente. Ze hebben zelf Gods leiding ervaren in hun keus om lid te worden van de gereformeerde gemeente in Arnhem en hebben altijd tegen ons als kinderen gezegd: Laat je daarin leiden, dan is het goed.”
Zelf ziet Marloes haar verandering van kerk niet als schokkend. „Ik ben van de ene gemeente van Christus overgegaan naar de andere. Nergens is het volkomen. Ik ben achteraf blij dat ik jong belijdenis heb gedaan. Niet mijn belofte heeft me staande gehouden, maar God hield me vast.”
Wordt het klimaat op de CSFR gestempeld door geloofszekerheid? Marloes: „Ik heb, zeker in het begin, het tegenovergestelde ervaren. Tijdens Bijbelkringen bleek dat veel jongeren midden in in een zoektocht zaten, twijfelden en zich onzeker voelden.” Is ze anders gaan denken over geloofszaken? „Nee, ik heb wel veel vorming gehad op de CSFR. Als ik weer eens in de gereformeerde gemeente van Arnhem ben, voel ik me daar nog steeds thuis.”
Hoe kijkt Marloes terug op haar CSFR-tijd? „Studerende jongeren zitten in een moeilijke periode en hebben veel vragen. Op de CSFR mag je die stellen. De CSFR heeft geen invloed gehad op mijn kerkkeuze. Wel op mijn strijd met geloof en wetenschap.”
Marija Veldhoen-van Welie
Leeftijd: 26
Woonplaats: Gouda
Studie: Engelse taal en cultuur
Beroep: redacteur jeugdboeken bij uitgeverij Den Hertog
Kerkelijke gezindte: Gereformeerde Gemeenten
Ik kon niet loskomen van m’n wortels
Marija was 18 toen ze belijdeniscatechisatie volgde in de gereformeerde gemeente in Dordrecht. Ze ziet er met gemengde gevoelens op terug. „De catechisatie was fijn, het persoonlijk gesprek aan het eind een teleurstelling. Het ging veel over de vorm, nauwelijks over de inhoud. Er werd niet gevraagd wat belijdenis doen voor mij persoonlijk betekende. Ik knapte daar op af. Ik heb geen belijdenis gedaan, maar ben wel weer gewone catechisaties gaan volgen.”
Marija ging studeren en werd lid van de CSFR in Utrecht. „De vereniging heeft voor mij een positieve rol gespeeld. Ik kwam er in aanraking met studenten van mijn eigen kerk en andere kerken. Ik ging me, mede door de vele gesprekken, afvragen: Waar sta ik zelf in het geloof? Niet: Waarom ben ik van de Gereformeerde Gemeenten?”
Marija herkent de stelling ten dele dat het klimaat op de CSFR uitgaat van geloofszekerheid. „Dat was vooral zo bij plenaire bijeenkomsten, tijdens Bijbelstudies niet. De groepen waarvan ik deel uitmaakte, waren een mix van tobbers, zoekers en overtuigde christenen.”
Ondanks haar eerdere teleurstelling besloot Marije opnieuw belijdeniscatechisatie te volgen in Dordrecht. „Dat was een bewuste keus. Ik kwam er gaandeweg achter dat ik erg geworteld ben in de Gereformeerde Gemeenten. Ik kon en wilde daar niet van loskomen. Ook de aandacht voor Schriftuurlijk-bevindelijke prediking in dit kerkverband vind ik heel waardevol.”
Opnieuw kreeg Marija een persoonlijk gesprek. „Dat verliep totaal anders. Er werd naar me geluisterd, er was aandacht voor mijn vragen en begrip voor mijn teleurstellende ervaring de eerste keer. Dat heeft me bevestigd in mijn keuze voor de Gereformeerde Gemeenten.”
Marija zag in haar CSFR-tijd gergemmers van hun kerkverband verwijderen. „Dat kwam niet direct door de CSFR. Vaak kwamen deze mensen al kritisch binnen. Het is de vraag of ze wel lid van de Gereformeerde Gemeenten waren gebleven als ze naar een andere studentenvereniging, bijvoorbeeld Depositum Custodi, waren gegaan.”
„Een beetje dubbel” vindt Marija het advies van ds. Van Aalst om niet langer lid te worden van de CSFR. „Ik begrijp de zorg, maar als je alleen in aanraking komt met mensen van je eigen kerkverband, word je dan goed voorbereid op je plaats in de samenleving? Ik vond het zelf verrijkend om contact te hebben met christenen uit andere kerken.”
Een advies aan haar eigen kerkverband? „Zorg dat de kerk openstaat voor studerende jongeren. Niet alleen door een deputaatschap op te richten, maar vooral als plaatselijke gemeente. Persoonlijke aandacht is belangrijk.”