Bij de smokkel van 125 kilo coke in 1998 is gebruikgemaakt van een Orion-vliegtuig van de Koninklijke Marine. Het hof veroordeelde in deze zaak een andere marinier tot acht jaar celstraf en een burger tot zeven jaar.

Jahae zei dinsdag dat hij herziening wil, omdat het openbaar ministerie volgens hem gebruik heeft gemaakt van een infiltrant en dat altijd heeft verzwegen en ontkend. Deze man, ex-sergeant B. D., is volgens Jahae drie keer als getuige gehoord. Daarin heeft hij op instructies van het OM ontkend betrokken te zijn geweest bij de zaak.

Jahae heeft echter onlangs van de advocaat van D. twee brieven toegespeeld gekregen. Daarin staan de afspraken die het OM met D. heeft gemaakt, onder meer over zijn rol als informant, de instructies die hij kreeg van het OM en zijn beloning, 60.000 gulden.

F. Teeven was destijds officier van justitie in deze zaak. Jahae meent dat Teeven het hof heeft voorgelogen en dat de zaak tot een heel ander einde was gekomen als deze informatie bekend was geweest. Daarom wil hij nu dat de Hoge Raad besluit tot herziening.

Volgens woordvoerder W. de Bruin van het OM stelt de advocaat de zaken verkeerd voor en is D. nooit als infiltrant ingezet. De brieven waar Jahae op doelt, zijn volgens De Bruin afkomstig van de minister van Justitie. Die heeft daarin de advocaat van D. laten weten dat de ex-sergeant niet als infiltrant is gebruikt.

Wel is D. in deze zaak informant voor het OM geweest en heeft hij daarvoor betaald gekregen, zo bevestigt De Bruin. D. bracht de informatie over zijn rol zelf na de rechtszaak naar buiten.

De Antilliaanse regering heeft onlangs aangekondigd onderzoek te doen naar het OM. Dit gebeurt onder meer naar aanleiding van klachten van D. Hij claimt nog enkele miljoenen guldens van de Nederlandse of Antilliaanse justitie, voor zijn rol als informant.