Commentaar: Zorgvuldig en eensgezind
Het lijkt er steeds meer op dat we in dit land leven van hype naar hype. Een rel over een uitspraak van een christenpoliticus over abortus is nog niet voorbij, of de media vallen massaal over een adjunct-hoofdredacteur van deze krant heen die iets schrijft over het populaire tv-programma Boer zoekt vrouw.
Het karakter van een hype is gelukkig dat hij meestal kortdurend en in ieder geval eindig is. Maar dat is dan ook het enige positieve dat er over te melden is.
Christenen in dit land worden meer en meer in de verdediging gedrukt. Nu hebben we in reformatorische kring nogal eens de neiging dan heel snel de martelaarsmantel om te hangen. Op zich is dat niet zo wonderlijk als je zelf degene bent die zo’n stortvloed van –vaak ook nog zeer kwetsende– kritiek over je heen krijgt. Je moet wel heel onaandoenlijk zijn, wil dat je niet raken.
Tegelijk past ook hier toch enige relativering. Een stortbui van smaad en laster als gevolg van een bepaalde uitspraak of gepubliceerd artikel wil nog niet zeggen dat we in ons land als christenen vervolgd worden. Het is goed juist ook in dit soort situaties het oog nadrukkelijk te richten op alles wat we als christenen in dit land hebben, kunnen en mogen.
Wel is het een feit dat zaken die decennialang onweersproken zijn geweest nu vaak op felle weerstand kunnen rekenen. Dan gaat het vaak over ethische kwesties waarin de doorgaande secularisatie de afgelopen tijd aardverschuivingen in gang heeft gezet die hun gelijke in de geschiedenis niet kennen.
Dat wetende, zijn er twee zaken waarop we als christenen alert moeten zijn. In de eerste plaats moeten we zeer zorgvuldig zijn in ons taalgebruik als we kwesties aan de kaak stellen waarvan we weten dat ze in de maatschappij gevoelig liggen. Het preken voor eigen parochie is in onze tijd van volstrekte openheid –denk aan internet en sociale media– echt voorbij nu werkelijk iedereen mee kan lezen. Dat vergt een andere manier van argumenteren. Het vergt vooral ook sociale en emotionele lenigheid. Een lenigheid die de kern van de boodschap onaangetast laat.
Het tweede waar we aandacht voor moeten hebben, is dat we als christenen weerbaar zijn én eensgezind de krachten bundelen. We slagen er nog te weinig in om het grote kapitaal van de kennis die we in eigen kring op allerlei terreinen hebben om te slaan tot pasmunt die in 2012 op een goede manier kan worden ingezet. Soms zijn we veel te defensief, maar op andere momenten kunnen we juist ook te veel initiatieven ontplooien. Initiatieven die op zich goed zijn, maar die, wanneer er een goede bundeling en samenwerking is, nog effectiever zouden kunnen zijn.
Christus Zelf heeft voorzegd dat Zijn volgelingen in de wereld verdrukking zullen hebben. Nogmaals: dat mag nooit verdrukking zijn die we opzoeken, of aan ons eigen gedrag te wijten hebben. Maar als we weten mogen dat we, met alle fouten en falen, Hem willen volgen, straalt er aan het einde van de donkere tunnel van kritiek, laster en soms zelfs haat, toch een helder licht: „Hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen.”