De kleine Kempis
Op zondag ga ik altijd vroeg naar de kerk en voor de dienst lees ik dan bij wijze van meditatief moment een paar bladzijden uit een stichtelijk boekje. Vaak neem ik ”De kleine Kempis”, mee; de negentiende-eeuwse vertaling van een Duitse bloemlezing die omstreeks 1740 samengesteld is door de dichter Gerhard Tersteegen. Iemand heeft eens gezegd dat kleine meditatieve boekjes vaak meer zegen verspreid hebben dan dikke, theologische folianten. Of dat altijd opgaat weet ik niet, maar het geldt in elk geval wel voor ”De kleine Kempis”.
In augustus kwam er bij Verlag Linea in Bad Wildbad een nieuwe Duitse editie uit, die ik onmiddellijk heb aangeschaft. Het is verheugend dat er in Duitsland nog mensen zijn die zich aangesproken weten door dit inspirerende boekje. De oorspronkelijke titel ervan is nu geworden (vertaald): ”Gedachten en gebeden van Thomas a Kempis”, met als ondertitel: ”De kleine Kempis”. Verwarrend is dat wel voor bibliografen en antiquaars. De tekst van de dertiende druk uit 1852 is enigszins bewerkt, maar het wezenlijke van het boekje is behouden. Terzijde: uitgeverij Linea geeft meer oude, degelijke boeken uit onder het motto: ”Vraag naar de aloude paden” (Jer. 6:16). Dat klinkt ons in onze kringen vertrouwd in de oren.
De titel ”De kleine Kempis” verwijst naar Thomas a Kempis (ca. 1380-1471), die woonde in het klooster op de St. Agnietenberg bij Zwolle en die bekend geworden is als de schrijver van ”De navolging van Christus”. Thomas heeft nog vele andere theologische traktaten geschreven, waaruit Tersteegen zijn bloemlezing heeft samengesteld.
De kleine Kempis begint met ”Het kleine abc in de school van Christus”, waarin geestelijke levensregels zijn opgenomen met het oog op een leven in de navolging van Christus. Als voorbeeld de eerste les: „Ama nesciri. Wees gaarne onbekend.” En de laatste les: „Zachaee, descende. Zacheüs, lieve broeder, daal af van de hoogte der wereldwijsheid!”
Daarna volgen 500 (genummerde) gedachten, afgewisseld door gebeden. Ook hiervan enkele voorbeelden: „U mag zich wenden waarheen u wilt, altijd zult u smart en verdriet vinden, zo lang u niet terugkeert tot uw Schepper, want Hij is uw vrede en veilige rust” (36).
„Hij staat stevig en vast, die niet op zichzelf, en ook niet op de mensen, maar op God zijn hoop gesteld heeft” (78). Een mooie gedachte is ook: „Denk van uw naaste steeds het goede en van God het beste” (303).
De dichter Tersteegen, die bij ons bekend is door liederen als ”Komt, laat ons voortgaan, kind’ren” en ”God is tegenwoordig; God is in ons midden”, merkt terecht op: „Met onaanzienlijke en kleine mensen, met onaanzienlijke en kleine boeken, doet God de grootste wonderen, opdat de eer aan Hem en niet aan de mensen gegeven zal worden.”