Deze fiscaal-jurist is door het hof in Arnhem veroordeeld tot twaalf jaar cel wegens de moord op de 60-jarige weduwe J. Wittenberg, in september 1999. De vrouw werd in haar woning in Deventer doodgestoken.

Louwes, die altijd heeft ontkend en die in eerste instantie door de rechtbank in Zwolle werd vrijgesproken, diende een verzoek in tot herziening bij de Hoge Raad. Na een lange procedure wisten hij en zijn raadsman G. J. Knoops het hoogste rechtscollege ervan te overtuigen dat de veroordeling mogelijk op drijfzand berust.

Het hof in Den Bosch hield dinsdag een zogeheten regiezitting, ter voorbereiding op het inhoudelijke proces dat in december zal plaatsvinden. In de aanloop erheen wil het hof onder meer nieuwe onderzoeken laten uitvoeren naar het mes, dat door justitie tot dusver als het moordwapen is beschouwd. Over de vraag of dit daadwerkelijk het moordwapen is, is twijfel gerezen. Het mes lijkt niet te passen bij de verwondingen van het slachtoffer.

Bovendien is er wel DNA op het wapen aangetroffen, maar dat was curieus genoeg niet afkomstig van de weduwe Wittenberg. Onderzocht wordt of het gevonden DNA van Louwes afkomstig is. Ook zal een patholoog-anatoom onderzoeken of de wonden met het betrokken mes toegebracht kunnen zijn. Dit is in eerste instantie nagelaten.

Een belangrijk bewijsmiddel tegen Louwes ten tijde van zijn proces in Arnhem betrof een aantal geursorteerproeven met een politiehond, uitgevoerd op onder meer het mes. De hond vond de lichaamsgeur van Louwes op het mes. De betrouwbaarheid van deze proeven is na verloop van tijd ter discussie komen te staan. Een deskundige kwam bij de Hoge Raad terug op de verklaring die zij bij het hof in Arnhem had afgelegd. Het Bossche hof wil nader onderzoek naar het verloop van de proeven.

Ook de telefoongesprekken die Louwes op de avond van de moord heeft gevoerd, zullen in het herzieningsproces opnieuw onder de loep worden genomen. Volgens de politie heeft Louwes die avond vanuit zijn auto, rijdend in Deventer, met het slachtoffer gebeld. Louwes heeft altijd beweerd dat hij toen niet in Deventer is geweest, maar dat hij belde terwijl hij op weg was naar zijn huis in Lelystad.

De zaak gaat verder op 8 december. Dan zal het hof een aantal deskundigen horen, alsmede enkele politiemensen die bij het onderzoek betrokken waren. Het hof denkt de zaak in twee dagen te kunnen afdoen.