Kerk & religie

Studerenden HHK bijeen in Gouda

GOUDA – „De belijdenis is het belangrijkste wapen in de strijd der geesten.” Dat gaf ds. K. ten Klooster studerenden uit de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) vrijdag mee voor hun staan in de maatschappij.

Van een medewerker
12 October 2012 22:55Gewijzigd op 14 November 2020 23:42
F. A. van Hartingsveldt. Foto RD, Anton Dommerholt
F. A. van Hartingsveldt. Foto RD, Anton Dommerholt

De emeritus predikant sprak in Gouda op de jaarlijkse conferentie voor studerenden, waar zo’n dertig jongeren uit het universitair onderwijs en hoger beroepsonderwijs op afkwamen. Naast de lezing van ds. Ten Klooster over ”De relevantie van het gereformeerde belijden vandaag”, sprak drs. F. A. van Hartingsveldt uit Apeldoorn over ”Dienstbaar aan zelf­ontplooiing of ontplooiing van dienstbaarheid”.

Ds. Ten Klooster vertelde hoe de belijdenis voor hem persoonlijk van veel belang werd toen hij bij het begin van zijn studie voor het eerst te maken kreeg met historisch-kritische wetenschap. „De Bijbel werd op de snijtafel gelegd. Dat betekende voor mij als student een geweldige schok. Toen gingen de artikelen 3 tot 7 van de Neder­landse Geloofsbelijdenis over de Schrift nieuw voor mij leven. De Heere Zelf heeft me er door deze artikelen uitgehaald.”

De kerk heeft volgens de predikant een belijdenis, omdat de Schrift niet bedoeld is om daarmee te „rusten.” „Als je werkelijk met hart en ziel gelooft, voel je je innerlijk gedrongen om de Schrift ook te bewaren, aan te prijzen en verdedigen. De kerk heeft de taak om de gedachten van de Schrift overal en altijd te doen triomferen over de gedachten van mensen.”

Als voorbeeld gaf hij de leer van de godheid van Christus. „Wij hebben hier bewijsteksten voor, maar anderen hebben een even lange lijst met teksten die hun mening lijken te ondersteunen. Wij zijn diep overtuigd, maar anderen niet minder. Hoe moeten we ons dus wapenen als het klinkt: „Hier is de Christus” en „daar is de Christus”? Dan is daar de belijdenis van de kerk der eeuwen, die in artikel 18 van de Nederlandse Geloofs­belijdenis uitspreekt: „Déze is de Christus.” Geen ander belijden en geloven wij.”

Netwerksamenleving

Drs. Van Hartingsveldt, voorzitter van het college van bestuur van de Jacobus Fruytier scholen­gemeenschap in Apeldoorn, stelde in zijn lezing dat de huidige nadruk op zelfontplooiing alles te maken heeft met de netwerksamenleving. „Door de onvoorstelbare hoeveelheid prikkels komt er steeds minder ruimte voor werkelijke verbindingen en ontmoetingen. Tussen mensen onderling, maar ook tussen de mens en zijn God: hij raakt steeds meer gericht op zijn eigen ik.”

Ook in de kerken is die ontwikkeling te zien, zei Van Hartingsveldt. „Waar er vroeger eenrichtingsverkeer was van het Woord naar de hoorders, leggen onderzoekers er de vinger op dat dit in onze eeuw steeds meer verschuift naar een samen zoeken naar de relevantie van de boodschap.”

Uit de Bijbel maakt Van Hartingsveldt op dat alleen „binnen het kader van Gods bedoeling met Zijn volk” echte ontplooiing kan plaatsvinden. „Jozef, Esther en Daniël bevonden zich midden in de samenleving, maar het ging hun niet om carrière of macht. De voortgang van het Koninkrijk der hemelen ging boven alles. Om zo te leven, is geen last, maar een zacht juk. Een voorrecht, dat uitloopt op het ontvangen van de prijs aan het einde van de aardse loopbaan.”

Concrete aanwijzingen voor dit dienen vond hij bij de puritein Thomas Boston. „Een mens moet zich van zijn eeuwig welzijn verzekeren in de genieting van God. Onenigheid die zich tussen God en de ziel kan voordoen, moet opgeruimd worden. De eer van God is de schoof waarvoor alle andere schoven moeten buigen.”

Vreemdelingschap

Dr. W. van Vlastuin, rector van het Hersteld Hervormd Seminarie in Amsterdam, stond aan de hand van Filippensen 3:17-21 stil bij de woorden: „onze wandel is in de hemelen.” Een christen gaat volgens hem niet „ooit” de hemel binnen, maar is daar geestelijk gezien vandaag al, door het geloof. Vreemdelingschap is daarom niet iets wettisch, maar „iets evangelisch: ons hart is bij Christus en daarom voelen we ons hier op aarde vanzelf niet meer thuis.”

De docent had daarom kritiek op onder anderen de bekende nieuwtestamenticus Tom Wright, die volgens hem te veel nadruk legt op de hoop op vernieuwing van deze wereld. „Er is zeker sprake van vernieuwing, maar de nieuwe aarde is van een geheel andere aard dan de huidige. Die moet door het oordeel en het gericht heen.”

Toch is een christen volgens dr. Van Vlastuin niet wereldvreemd. Door de geschiedenis heen droegen juist christenen veel bij aan allerlei positieve ontwikkelingen. „Zij die niet in beslag werden genomen door het hier en nu, waren het meest van nut. Ze hadden oog voor de schepping, omdat die meegaat in de herschepping. Je mag je verwonderen over alles wat God daarin heeft gelegd. Dat is wat je, als het goed is, ook bij studeren doet.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer