Dr. Steef Post: Geen grijze boodschap
Hij spreekt, schrijft, traint, coacht, bemiddelt bij conflicten. Dr. Steef Post (55) heeft „een rijk gevarieerde” agenda. Gezin, kerk en school: daar gaat zijn aandacht bij voorkeur naar uit. Met vele vezels is hij verbonden aan de reformatorische gezindte. „Vroeger zei ik: Ik heb de Gereformeerde Gemeenten hartelijk lief. Dat zeg ik niet meer.”
Steven Dirk Post heeft het mooi voor elkaar. Naast zijn riante woning in Gorinchem bouwde hij in 2009 een sfeervolle praktijkruimte. Binnen een zwaar bureau, drie degelijke kuipjes, moderne kunst aan de muur. Uit de speakers klinkt barokmuziek. Post schakelt het koffiezetapparaat in en gebaart: „Ga zitten waar je je fijn voelt. Dat klinkt goed hè?”
Alsof je bij de therapeut bent…
Schaterend: „Klopt helemaal. De rekening begint nu te lopen.”
Van huis uit is Post een echte onderwijsman. Hij stond jaren voor de klas en zat in de directie van de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem. In 2002 stapte hij over naar de geestelijke gezondheidszorg en werd manager bij Eleos. Vijf jaar later begon hij voor zichzelf. SDP Advies, staat er op de voordeur.
Sinds Roelof Bisschop voor de SGP in de Tweede Kamer zit, vervangt u hem als directeur van het Rotterdamse Wartburg College, locatie Revius. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan?
„Ik ben nooit helemaal weggeweest uit het onderwijs; deed afgelopen jaren diverse managementklussen op scholen. Ook op de Revius. Vandaar dat ze me vroegen als interimmer.”
Een mooie kans om nieuwe klussen voor uzelf te creëren?
Post glimlacht. „Zo werkt het niet bij mij. De Revius is een prima organisatie. Veel zaken gaan goed, sommige zouden beter kunnen, maar het is niet aan mij om daar klussen van te maken. Het onderwijs is wel helemaal mijn ding. Veel meer dan de zorg, zeg ik eerlijk.”
Wat drijft u om met lezingen, artikelen, boeken en boekjes zo druk te zijn voor de gereformeerde gezindte?
„We zijn als reformatorische christenen te humanistisch geworden. We missen een Bijbelse manier van denken als het gaat om de dingen die op ons afkomen, bijvoorbeeld het materialisme. Op de 21±vereniging in Gorinchem hadden we laatst een Bijbelstudie over Galaten 6. Daarin koppelt Paulus onze geldbesteding rechtstreeks aan het leven uit de Geest. Wat doen wij? We houden Bijbel en economie gescheiden.
Ook in de opvoeding zijn we humanistisch bezig. We stellen het kind centraal; we gaan uit van wat er in het kind zit. Daar is de Bijbel duidelijk over. Wat in het kind, in de mens zit, is fundamenteel aangetast door de zonde.
In het onderwijsblad De Reformatorische School stond laatst een kritiekloze recensie van een boek van de Amerikaanse wetenschapper Martin Seligman, de grondlegger van de positieve psychologie. Hij schrijft zelfhulpboeken over gelukkig worden. Ik vraag me af hoe zijn boodschap te rijmen valt met de Bijbel, die niet geluk, maar gehoorzaamheid centraal stelt bij de opvoeding. Ik vind het moderne opvoedingsdenken ook terug in een familieblad als Terdege. De GezinsGids doet een betere poging om Bijbels te schrijven over opvoedingsvraagstukken.”
U werkt veel met en voor jongeren en beantwoordt onder meer hun vragen op de Puntuitpagina in deze krant. Wat heeft u met jongeren?
„Aandacht voor jongeren hoort bij mij. Ik ervaar dat als een geschenk. Jongeren zijn onbevangen, open, nieuwsgierig. Ik herken daarin iets van mezelf. Er wordt vaak gezegd dat jongeren het moeilijk hebben. Ik weet het niet. Er wordt wel meer van hen verwacht dan vroeger. Maar ze hebben ook meer mogelijkheden, meer contacten. Er wordt van alles voor hen georganiseerd. Dat is positief.
Ik geloof dat jongeren meer dan ooit voorbeelden nodig hebben van mensen die leven uit Christus. We zijn in onze kring goed in allerlei regels, maar die vormen niet de kern van de Bijbelse boodschap. De Bijbel zegt: Bekeer je! Als jongeren én ouderen dat doen, verandert hun leven vanzelf. Regels zijn belangrijk, maar geen doel op zich. Zoek te leven vanuit de gemeenschap met de Heere Jezus, wandel met Hem. Daar spoort de Bijbel ons toe aan. Daar zoek ik naar in mijn eigen leven.”
Wat hebben jongeren met u?
Bescheiden: „Ik weet het niet. Ik ben niet iemand die veel mailtjes van jongeren krijgt met levensvragen. Maar ik voel me wel gewaardeerd door hen, in de contacten die ik heb. Bij alles wat ik voor hen doe, is het mijn ambitie dat ze de Heere Jezus mogen leren kennen of beter mogen leren kennen. Daarbij probeer ik Gods Woord eerlijk voor te stellen.
De Bijbel is confronterend. We doen de Boodschap geen recht door alles grijs voor te stellen. God is volmaakt in Zijn liefde, in Zijn genade, maar ook in Zijn toorn over de zonde. Ik hoorde laatst in een evangelische dienst over prachtjongeren, over parels in Gods hand. Dat is niet de boodschap van de Bijbel. Ook in eigen kring maak ik me zorgen over jongeren die zeggen dat ze de Heere Jezus kennen, maar bij wie uit hun leven blijkt dat het niet waar kan zijn.”
Als trainer, coach, mediator komt u veel problemen, ellende en ruzie tegen. Maakt het u pessimistisch?
„Nee, het is mijn werk. Ik verwonder me juist vaak over de wil bij mensen om eruit te komen, hoe vast ze ook zitten. Tegelijk maak ik veel herkenbare dingen mee. Ik kan zelf ook zomaar verstrikt raken in problemen. Daarom waak ik in mijn werk voor oordelen. Zo van: wat is dit voor kleinzieligheid? Uiteindelijk is het allemaal het gevolg van de zonde. Dat maakt mij voorzichtig.”
Een mediator probeert bij conflicten de gang naar de rechter te voorkomen. Wat is het geheim?
„Toen ik de opleiding voor mediator ging volgen, dacht ik: Ik ga de professionele vaardigheden die ik als trainer al heb, verder uitbouwen. Niet dus. Mediation is een vak apart. Wat je absoluut niet moet doen bij conflicten is: zoeken naar oorzaken. Dat leidt er altijd toe dat partijen elkaar de schuld gaan geven. Als mediator stel ik de vraag: Wat zou voor u een goed resultaat zijn? Hoe zou dat resultaat voor u het verschil maken? En voor uw omgeving? In verreweg de meeste gevallen leidt deze benadering tot een oplossing.
Toch valt het me op dat er weinig gebruik wordt gemaakt van mediation, ook in reformatorische kring. Mensen laten conflicten moeilijk los; ze proberen zelf een oplossing te bedenken. Vanuit een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Het gevolg is vaak dat het conflict eindigt in afscheid nemen van elkaar.”
U adverteert sinds kort met huwelijkscursussen. ”Human dynamics” heet de training die u aanbiedt. Een nieuw tovermiddel voor een fijne relatie?
Post lacht. „Human dynamics is geen huwelijkscursus, maar een manier om jezelf beter te leren kennen. Hoe denk je? Hoe communiceer je? Hoe reageer je op je omgeving? De training gaat over hoofd, hart en handen, en werkt ontzettend goed. Bij echtparen, maar ook bij individuen, in bedrijven, op scholen. Ik heb afgelopen tijd een try-out gedaan bij getrouwde kinderen en bevriende stellen. Ze reageren enthousiast. De eerste groep echtparen start binnenkort.”
Kerkelijk behoort u tot de Gereformeerde Gemeenten. U bent een van de bekendste sprekers, schrijvers, opiniemakers binnen dit kerkverband. Hoe ziet u uw eigen positie?
„Met de kerk als instituut heb ik steeds minder. Het maakt me ten diepste niet zo veel uit of mensen gergem, christelijk gereformeerd of hervormd zijn. Vroeger zei ik: Ik heb de Gereformeerde Gemeenten hartelijk lief. Dat zeg ik niet meer. Ik ben over dit punt anders gaan denken. Kerkverbanden zijn een menselijke constructie, en kerkelijke verdeeldheid is zonde. Ik voel me verbonden met Gods kinderen in andere kerken én vooral met mijn plaatselijke gemeente: de gereformeerde gemeente in Gorinchem.”
Post valt even stil. Dan: „Er zijn afgelopen jaren meer dan honderd mensen uit onze gemeente weggegaan. Ik kan het niet begrijpen. Ik zeg niet dat deze mensen niet gezegend kunnen worden in hun nieuwe gemeente. Als al onze kromme beslissingen bestraft zouden worden, zou het er voor niemand goed uitzien. Maar hoe kun je weggaan als je erkent dat de voorganger een dienstknecht van God is?
De gemeente is het lichaam van Christus. Weglopen is een verkeerde keus. Je hakt toch ook niet zomaar je hand af? Als één lid lijdt, lijden alle leden. Het gebed, de verbondenheid zou juist moeten toenemen als de gemeente wordt beproefd. Ik kom in onze gemeente nog steeds mensen tegen die vol verwondering kunnen vertellen over het werk van de Heere Jezus en wie Hij voor hen is.”
Het is toch niet om het even hoe er gepreekt wordt?
„Als de prediking on-Bijbels, leugenachtig is, mag je misschien gaan. Maar zijn we in onze kerken niet veel te kritisch geworden? We moeten weer leren luisteren naar Gods stem die tot de gemeente spreekt, dwars door de dwaasheid van de prediking heen. Dat is een goede oefening voor ons allemaal.”
Als u in deze krant schrijft dat gelovigen vanaf het eerste begin God als hun Vader mogen aanspreken, zal niet iedereen dat van u overnemen.
„Ik meen dat ik op grond van de Bijbel dit antwoord mag geven, maar ik weet dat er soms kritiek is op mijn bijdragen. Sommigen vinden ze te ruim. Verschil van mening mag er zijn. Ik voel me breed geaccepteerd en word ook uitgenodigd op scholen van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland of door het Ds. Kersten Onderwijscentrum om een lezing te houden. Ik heb mijn mening, maar ben altijd bereid een andere te overwegen.”
U bent lid van het deputaatschap studerenden van uw kerkverband. Ds. Van Aalst adviseert jongeren niet langer lid te worden van de CSFR, maar naar het behoudender Depositum Custodi te gaan.
„Ik zou dit advies zo niet geven; het is mij te simplistisch. Er is verschil in jongeren en in disputen. Ik zie dat jongeren mede door hun lidmaatschap van de CSFR de Gereformeerde Gemeenten verlaten, maar er is ook een grote groep CSFR-studenten die positief betrokken blijft bij de kerk van hun ouders. Laat ze niet in de kou staan.”
Veel bent u met andere mensen bezig. Wie is Steef Post zelf?
„Ik ben te dominant. Misschien niet als persoon, wel met mijn mening. Ik zet die vaak stevig neer om interactie uit te lokken. In de opvoeding van mijn kinderen geeft dat soms spanning. Ik wil dat ze zelf leren nadenken, maar maak tegelijk graag het verschil door m’n eigen mening te geven. Ik ben vriendelijk, maar niet zo sensitief. Mijn vrouw heeft altijd snel in de gaten hoe iemand zich voelt. Ik ben daar te lomp voor.”
U hebt vijf kleinkinderen, maar had er zes. Eén is er als jochie van 2 verdronken. Wat doet zo’n tragische gebeurtenis met een mens?
„Zoiets is heel, heel, heel ingrijpend. Tegelijk denk ik met diepe blijdschap aan hem terug.” Post pakt een foto van de kleine Jelle. „Hij was vernoemd: Steven Julian. Hij mag nu samen met mijn grootvader, die ook Steven heette, mijn vader en mijn schoonvader in de hemel op de Heere Jezus zien. Daar verlang ik ook naar; om straks samen de Heere groot te maken met mensen die ik liefheb. Dat weegt overal tegen op, geeft echte vrede, maakt werkelijk gelukkig.”
Levensloop Steef Post
Steef Post, geboren in 1957 in Enkhuizen, volgt daar de christelijke lagere school en de openbare middelbare school. Vanaf havo 4 bezoekt hij de Driestar in Gouda, aansluitend de pedagogische academie. Post werkt op lagere scholen in Dinteloord en Kootwijkerbroek. Daarnaast studeert hij Nederlands en promoveert op piëtistische dichters in de 18e eeuw. Hij wordt leraar en conrector op de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem. In 2002 stapt hij over naar Eleos, in 2007 begint hij een adviesbureau. Post is getrouwd, heeft vijf kinderen en vijf kleinkinderen. Hij is bestuurslid van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten.