„Overheidsbeleid om energieverbruik te verminderen succesvol”
Het overheidsbeleid dat erop is gericht om het energieverbruik van huishoudens te verminderen, is succesvol, betoogt prof. dr. Dirk Brounen.
Al ruim dertig jaar worden we geconfronteerd met nieuwe regels en richtlijnen, die zijn ingesteld om het verbruik van gas en elektriciteit binnen onze woning te verlagen. De eerste golf van deze regels volgde op de oliecrisis van eind jaren zeventig, die onze overheid bewuste maakte van onze kwetsbare afhankelijkheid van schaarse bronnen. Zo werden de bouwnormen begin jaren tachtig flink aangescherpt waardoor nieuwbouwwoningen sindsdien aanzienlijk beter geïsoleerd worden opgeleverd.
Inmiddels is er sprake van een tweede golf van energiebesparende regels, ditmaal om bij te dragen aan de klimaatafspraken die zijn getekend in internationaal verband. Op termijn worden de kwalijke gevolgen van overmatige CO2-uitstoot onomkeerbaar en dus moest het tij gekeerd.
Hoongelach
Aangezien de woningmarkten van deze wereld goed zijn voor ruim 20 procent van de totale jaarlijkse energieconsumptie en bijbehorende CO2-uitstoot, zijn er nu tal van regelingen in het leven geroepen waarmee bewoners geprikkeld worden om minder te verbruiken. Zo zijn er subsidies voor zonnepanelen op het dak, energielabels die ons bij de aankoop van een nieuwe woning informeren over de zuinigheid van ons nieuwe thuis, en kunnen wij rekenen op een bijdrage van de overheid wanneer wij advies inwinnen over hoe wij ons verbruik in huis verder kunnen verlagen.
Lange tijd werden deze regelingen met hoongelach en terughoudendheid ontvangen door het grote publiek. Zo wordt het energielabel nog steeds door een kleine minderheid van de verkopers van woningen ingezet. Blijkbaar omdat men de kosten van het certificaat hoger inschat dan de waarde van de informatie die het te bieden heeft. Energiebesparend beleid leek steeds verdedigd te moeten worden, terwijl de doelstellingen zo onomstreden leken.
Resultaat
Maar wat blijkt: het gaat vooruit. Inmiddels is er zicht op de eerste effecten van al deze regels op dit vlak, en die geven de burger (en regelgevende ambtenaar) moed. Uit een studie naar een grote diversiteit van regels en richtlijnen die sinds 1980 in Europa zijn ingevoerd, blijkt dat er resultaten worden geboekt op het vlak van energiebesparing.
Zo is het gas- en elektriciteitsverbruik voor zeventien verschillende landen in Europa bestudeerd voor een periode van dertig jaar. Uiteraard is daarbij rekening gehouden met het evidente verschil in klimaat, inkomen en de prijs van energie in elk land. Uit de analyse blijkt dat de beste jongens en meisjes van de klas op het vlak van energiebeleid de grootste besparingen boeken. Streng en voortvarend energiebesparend beleid leidt ook daadwerkelijk tot minder consumptie.
Vooral voor het gasverbuik zijn de resultaten overtuigend. In heel Europa wordt inmiddels bij de bouwnormen gebruikgemaakt van varianten op de zogenaamde ”u-waarde”, waarmee de warmte-isolatie van de buitenmuren wordt gemeten. Steeds wanneer deze normen werden aangescherpt, bleek de gasconsumptie in de vervolgjaren te dalen. Een aanscherping van deze norm met 10 procent verlaagde het gasverbruik met 3 procent, weliswaar met enige vertraging aangezien nieuwbouw enige jaren nodig heeft om ook gerealiseerd te worden op grote schaal.
Deze aanscherping varieert van land tot land. Sommige landen kijken de kat uit de boom op dit vlak, en de resultaten laten dan ook zien dat in deze landen het verbruik eerder stijgt dan daalt.
Trots
Dit is nieuws dat gedeeld mag worden. Het gaat hier immers over een feitelijke uitkomst van zorgvuldig onderzoek. Beleidsmakers zullen dergelijke resultaten zeker gaan inzetten bij het vormen van toekomstige regels en beleid. Het kan dan ook geen kwaad om op voorhand te zorgen dat de effecten bekend raken bij het grote publiek.
Energiebesparing is immers geen thema meer voor de kleine groep GroenLinksstemmers alleen, het gaat om besparing en daarvoor is in ons land altijd al breed draagvlak geweest. Minder betalen willen wij immers allemaal. Evenals minder verkeersdoden, en uiteraard is er dan een overheid die daartoe regels opstelt.
Ook ik heb wel eens moeite om met alle regels die gesteld worden, te leven. Maar het gaat dus vooruit, het gaat verbazend goed vooruit. Niet dat het een verrassing mag zijn dat richtlijnen hun doelstelling bereiken. Maar na een periode van scepsis en kritiek is het niet meer dan redelijk om ook het positieve geluid ruimte te geven.
Indien wij inderdaad willen dat de klimaatveranderingen als gevolg van CO2-uitstoot worden afgewend, en indien wij onderschrijven dat de woningmarkt een hofleverancier is van deze uitstoot, dan mogen wij ook trots zijn op bereikte resultaten.
De auteur is hoogleraar vastgoedeconomie in Tilburg en betrokken bij het Tilburg Sustainability Center (TSC).