Sinti en Roma: Regel nationaal monument
AMSTERDAM – Met caravans, campers en een Rolls-Royce Silver Shadow ’78 in zijn kielzog kwam Rocca Petalo vrijdagmorgen naar Amsterdam om aandacht te vragen voor een grote wens van zijn volk: de Nederlandse Sinti en Roma willen dat het zigeunermonument op het Museumplein een nationaal monument wordt.
De Sinti en de Roma –twee groepen zigeuners, zoals ze vroeger werden genoemd– willen daarmee hun volksgenoten recht doen die tijdens de Holocaust omkwamen.
Vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog reisden zo’n 4500 Sinti en Roma met hun vioolorkesten en handelswaar door Nederland. Tijdens de Duitse bezetting werden ze in grote woonwagenkampen geplaatst. Rondtrekken mocht niet meer. Uit angst voor deportatie besloten enkele tientallen Sinti en Roma voor het eerst in hun leven in huizen te gaan wonen.
In de ogen van de nationaalsocialisten vormden de Sinti en de Roma een inferieur ras, en bovendien vertoonden de zigeuners onaangepast gedrag. De nazi’s wilden alle Joden, Jehova’s getuigen, Sinti en Roma verwijderen uit Duitsland en de bezette gebieden. Naar schatting brachten ze tussen de 400.000 en de 500.000 Roma en Sinti om.
In Nederland werden eerst de Joden aangepakt. Op 14 mei 1944 kregen de politiekorpsen een telegram van de bezetter met de opdracht „eener centrale aanhouding van alle in Nederland verblijvende personen die het kenmerk der zigeuners bezitten.” Alle Sinto- en Roma-families moesten naar Kamp Westerbork worden gestuurd.
Paspoort
Tal van Nederlandse agenten gehoorzaamden, en zelfs meer dan dat: bij controle in Westerbork bleek de term ”zigeuner” te breed te zijn opgevat. Honderden personen bleken geen Sinti of Roma, maar woonwagenbewoners. Zij werden weer vrijgelaten. Ruim vijftig Sinti en Roma waren in het gelukkige bezit van een paspoort van een neutraal of geallieerd land. Ook zij mochten vertrekken.
Van de 578 arrestanten werden er 245 opgesloten in het strafgedeelte van Kamp Westerbork. Drie dagen werden ze bewaakt door de Joodse Ordedienst. „Daar stonden we dan, met een grote zaklamp in de aanslag”, zei een van de bewakers later. „Zo nu en dan kwamen vrouwen naar ons toe die ons vroegen wat er met hen zou gaan gebeuren. Dit waren vragen waar wij ook geen antwoord op konden geven.”
Het werd spoedig duidelijk. Op 19 mei gingen de 245 Sinti en Roma op transport naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. Een van hen was Settela Steinbach, die wereldberoemd werd door de foto die van haar werd gemaakt toen ze door de kier naast de wagondeur naar buiten keek. Heel lang –tot 1994– werd gedacht dat het bleke, smalle gezichtje van een Joods meisje was, en de foto werd vaak gebruikt om het gruwelijke van de Jodenvervolging te laten zien. Ze bleek echter tot de Sinti en Roma te behoren. Haar lot was echter gelijk aan dat van talloze Joden: Settela werd gedood in de gaskamers. Van de 245 Sinti en Roma die uit het Drentse doorgangskamp werden weggevoerd, overleefden er slechts 30 de oorlog.
Erkenning
In Duitsland wordt op 24 oktober een nationaal Sinti- en Romamonument onthuld. Nederland moet hetzelfde doen, stelt Rocca Petalo, zoon van wijlen ‘Romakoning’ Koko Petalo. „De Joodse en Indische Nederlanders hebben wel hun rijksmonumenten, zoals de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam en het Indisch Monument in Den Haag. Zij hebben daarmee de erkenning gekregen die wij op dit gebied ontberen. Wij hebben ook recht op een eigen nationaal monument.”
Petalo kwam vrijdagmorgen naar het plein voor de Stopera in Amsterdam om daar met burgemeester Van der Laan in gesprek te gaan over de status van het zigeunermonument dat in 1978 werd onthuld en dat het eerste monument ter wereld voor de Sinti en Roma was.
Hij overhandigde het eerste exemplaar van het boek ”Roma” aan de burgemeester. Dat deed hij samen met journalist Kemal Rijken, die het boek schreef. Leden van het Koninklijk Zigeunerorkest Tata Mirando speelden Sintimuziek. Daarna reed de karavaan een ronde door de stad.