Ruim tien jaar geleden pleegden leden van de islamitische terreurorganisatie Jemaah Islamiyah aanslagen op twee drukke café’s in Kuta, het toeristisch hart van Bali. Daarbij kwamen 202 mensen om het leven, onder wie 88 Australiërs en vier Nederlanders.

De angst voor nieuwe aanslagen blijft groot. Want de terreurdreiging is nog springlevend. In maart schoten commando’s nog vijf mannen dood op twee verschillende locaties in toerismegebieden op Bali. De heren zouden onder meer aanslagen hebben voorbereid op een populair café in het toeristische Seminyak.

Begin vorige maand explodeerden er bovendien bommen in Depok, ten zuiden van Jakarta en de volksbuurt Tambora in west-Jakarta. De explosieven bleken voortijdig te zijn afgegaan, en er zijn sindsdien een groot aantal verdachten gearresteerd. De drie relatief jonge hoofdverdachten bleken allen banden te hebben met een terreurcel in Solo.

De stad in Midden-Java werd in augustus opgeschrikt door enkele schietpartijen en een granaat explosie. Hierbij kwam een politieagent om het leven. De recente ontwikkelingen vormen het bewijs dat een nieuwe generatie van onervaren maar gedreven terroristen de strijd van doodgeschoten of gevangennomen terreurleden anno 2012 hebben overgenomen.

Ondanks de terreurdreiging komen de Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono, de Australische premier Julia Gillard en oud-premier John Howard morgen allen naar het strand van Jimbaran op Bali om samen met honderden familieleden van slachtoffers de tragedie te herdenken.

De Indonesische politie staat onder constante druk om de veelal onafhankelijk opererende terreurcellen op te sporen. Hierin hebben Indonesische rechercheurs en leden van de door de VS en Australië getrainde anti-terreureenheid Detachment 88 veel succes geboekt.

In de afgelopen tien jaar heeft de politie ruim 700 militanten gearresteerd. Tientallen terroristen zijn doodgeschoten tijdens de arrestatie, wat bij veel moslimpartijen in het Indonesische parlement ergernis heeft gewekt.

Maar op Bali leeft nog altijd de indruk dat de politie te passief is. „Nu komt de politie alleen in actie nadat de aanslag al heeft plaatsgehad. Ze zouden moeten ingrijpen voordat de bom ontploft”, aldus taxichauffeur Made die in de Balinese hoofdstad Denpasar rijdt. Hij is boos op de moslimpolitici die de politie bekritiseren voor het doodschieten van terreurverdachten. „Er zijn hier zo veel mensen omgekomen in 2001. En nog durven ze in Jakarta over de rechten van terroristen te praten.”

Het terrein van de aanslag is tegenwoordig een afgedankt parkeerterrein, waar Balinezen en westerse toeristen in de late avonduren ongegeneerd urineren. Nabestaanden zijn furieus.

De Balinese gouverneur I Made Mangku Pastika begrijpt de woede. Maar hij zegt dat hij er weinig aan kan doen, omdat de grond in handen is van particuliere zakenmensen.

Ondanks de terreurdreiging kwamen vorig jaar kwamen 2,75 miljoen buitenlandse toeristen naar Bali, 10 procent meer dan vorig jaar.