„Instelling moet veilige laatste optie in jeugdzorg zijn”
Instellingen moeten een laatste redmiddel zijn in de jeugdzorg en bemenst worden door goed toegeruste professionals, betogen Aloys van Rest en Coby van der Kooi naar aanleiding van het rapport-Samson.
Kinderen en jongeren die door de staat bij hun ouders worden weggehaald en vervolgens in een instelling of pleeggezin slachtoffer worden van seksueel misbruik. Ongelooflijk maar waar, zo blijkt uit het rapport van de commissie-Samson ”Omringd door zorg, toch niet veilig”. Jongeren in residentiële instellingen rapporteren in 2010 2,5 keer meer misbruik dan de gemiddelde Nederlandse jongeren. Uit huis geplaatste kinderen met een lichte verstandelijke beperking lijken nog eens drie keer vaker slachtoffer te worden dan uit huis geplaatste kinderen zonder verstandelijke beperking, zo stelt de commissie. Hoe kan het toch dat wij, ook nu nog, niet in staat zijn uit huis geplaatste kinderen en jongeren te beschermen tegen geweld?
Kinderen en jongeren die niet bij hun ouders en gezin kunnen of mogen opgroeien zijn per definitie kwetsbaar. Ze zijn niet voor niets uit huis geplaatst. Hun ouders zijn om wat voor reden dan ook niet in staat om hen zelf op te voeden. Of ze kunnen niet thuis blijven wonen omdat zij zelf ernstige gedragsproblemen of psychische klachten hebben. Uit huis geplaatste kinderen en jongeren hebben vaak ook meer meegemaakt dan hun leeftijdsgenoten.
Op grond van het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties hebben deze kinderen recht op extra bescherming. Het verdrag stelt dat de overheid moet zorgen voor de veiligheid van deze kinderen en het toezicht daarop. Uit het rapport van de commissie-Samson blijkt dat de Nederlandse overheid duidelijk niet in staat was en is die verplichting na te komen. Seksueel geweld tegen kinderen en jongeren in instellingen vindt nog steeds plaats.
Oplossing
In 2006 wees prof. Pinheiro in een wereldwijde studie naar geweld tegen kinderen in opdracht van de VN er al op dat kinderen in instellingen extra risico lopen om slachtoffer te worden van geweld. Het is dan ook te betreuren dat nu vooral de omvang van het seksueel geweld onderwerp van discussie is geworden. Het maakt namelijk niet uit hoeveel kinderen en jongeren er exact slachtoffer zijn; elk kind is er één te veel.
Een oplossing lijkt voor de hand liggend: zet in op het voorkomen van een uithuisplaatsing door (nog) meer te investeren in hulp op maat om het kind heen. Plaats kinderen en jongeren alleen in instellingen als het echt niet anders kan. Het VN-Kinderrechtenverdrag is er duidelijk over. Ieder kind heeft recht om op te groeien in een gezinsomgeving, in een sfeer van geluk, liefde en begrip: bij zijn of haar eigen ouders, tenzij dat niet in zijn of haar belang is. Dan moet er gezocht worden naar een goed alternatief, waarbij een alternatieve gezinsomgeving de voorkeur heeft. Het verdrag noemt plaatsing in een instelling als een allerlaatste mogelijkheid.
Hoe veel of weinig kinderen en jongeren nu en in de toekomst ook in instellingen verblijven, wat vooral belangrijk is, is dat ze veilig zijn en passende zorg ontvangen. Voorkomen moet worden dat er (nog) meer rapporten of protocollen worden opgesteld die onder in een la gaan verstoffen. Daar hebben kinderen en jongeren die nu slachtoffer zijn of dreigen te worden helemaal niets aan. Er zijn al genoeg protocollen. Voer die eerst maar eens goed uit.
Wij sluiten ons aan bij de aanbevelingen van de commissie om te investeren in de professionals in de instellingen zelf, van hoog tot laag. Zet voldoende goed getrainde beroepskrachten in die goed kunnen luisteren naar kinderen en jongeren; die zich verantwoordelijk voelen en in staat zijn signalen van (seksueel) geweld te herkennen; die weten hoe ze moeten handelen om het te stoppen; die weten wat er nodig is om een veilige leefomgeving te creëren en die zich gesteund vinden door hun leidinggevenden. Daarnaast moet er onder de professionals meer aandacht zijn voor de achtergronden van uit huis geplaatste kinderen, en dan in het bijzonder voor de ervaringen met geweld die deze kinderen eerder in hun leven hebben opgedaan en de hulp die ze daarvoor nodig hebben.
Alle vormen van geweld
De commissie-Samson heeft alleen onderzoek gedaan naar seksueel geweld. En ook de commissie onder leiding van Rouvoet, die aanbevelingen van de commissie-Samson moet gaan implementeren, richt zich primair op (het voorkomen van) seksueel geweld. Hiermee wordt ‘vergeten’ dat het geweld tegen kinderen en jongeren in instellingen ook bestaat uit vormen van lichamelijk, psychisch of emotioneel geweld of verwaarlozing. Ook dit is onaanvaardbaar. We kunnen het kinderen echt niet aandoen dat er over tien jaar weer een rapport verschijnt dat ons onvermogen blootlegt. Daarom moeten we nu kijken naar het voorkomen van alle vormen van geweld tegen kinderen en jongeren in instellingen.
De auteurs zijn respectievelijk directeur en stafmedewerker jeugdzorg & kinder-bescherming bij Defence for Children.