Dubben
Tweeënzestig centimeter H. te Merwe, één meter drieënveertig K. Norel, een halve meter W. Schippers. Een rits van deze schrijver, een trits van die, een duo van gene, plus al die eenlingen die ertussen staan. En natuurlijk series als ”Dispereert niet” van Algra. Het knaagt aan me. Een hele wand boeken. Wat ga ik ermee doen? Gaandeweg het schrijven nu krijg ik hopelijk inspiratie.
De tijd is aangebroken om opruiming te houden. Zelf pak je ze nauwelijks meer, de oudere kinderen zeker niet, en de jongere kiezen boeken met andere kaften. En andere schrijvers. Ook al hadden en hebben we leeskinderen, veel met noeste vlijt verzamelde papieren leraars en vrienden komen niet meer van de schap.
Al vanaf mijn kinderjaren ervaarde ik boeken als schatten. Er stonden er niet veel in de voorkamer van de boerderij, en het krijgen van een boek was een hele belevenis. Elk nieuw exemplaar had zijn eigen herkenbare geur. Zo’n schaarste heeft ook voordelen. Tot op de dag van vandaag heb ik profijt van het als jochie drie keer doorploegen van ”De Kerkgeschiedenis” van Joh. Vreugdenhil.
Later bleef ik boeken verzamelen. Eerst voor mezelf, aansluitend voor onze kinderen. Om het lezen te bevorderen, de geschiedenis te kennen, de algemene ontwikkeling aan te jagen en om tegenhanger te zijn van moderne vormen van vermaak. Als kandidaat-deurwaarder was ik veel onderweg en kon zo ook buiten de biblebelt verrassende aankopen doen in kringloopwinkels en tweedehands boekenzaken.
Edoch, de meeste boeken staan nu te staan. Naar de vliering doen dan maar? Geen kijk op, want recent heeft mijn vrouw daar weer eens flink opgeruimd. Inclusief de kinderwagen met alle toebehoren.
Even een opleving want mijn schoonzoon, schoolmeester van beroep, vraagt of ik wat boeken heb over Michiel de Ruyter. Met veel genoegen overhandig ik hem een stapel. ”Paddeltje” van Joh. H. Been natuurlijk, ”Vlissinger Michiel” van J. Roelink, maar ook ”Getrouw tot in de dood” van Van Spronsen. En nog veel meer, maar ach, ik krijg ze al snel weer terug.
Nee, ik moet wat anders verzinnen. Verkopen? Op Marktplaats of zo? Ook zo’n gedoe. Maar wacht: de plaatselijke basisschool. Die heeft er vast wel wat aan. Mijn echtgenote boort deze gedachte vilein de grond in. Ze zit in de bibliotheekcommissie en heeft een tijdje geleden voorgesteld om boeken die ongeveer twee jaar niet meer waren uitgeleend maar weg te doen. En zo ging het ook. Eggebeen, Mateboer, De Zeeuw, zelfs oude Piet Prinsen – ze verdwenen. Helaas, dat wordt ’m dus ook niet.
Dubbend uitstellen maar weer. Dé oplossing is me niet te binnen geschoten.