Opinie

„Ontwikkelingshulp niet alleen taak van kerk en individu”

Naastenliefde moet doorklinken in heel ons leefpatroon en is niet voorbehouden aan individu of kerk, stellen Joël Voordewind en Wouter Langendoen.

10 October 2012 20:15Gewijzigd op 14 November 2020 23:39
Foto Sjaak Verboom
Foto Sjaak Verboom

Wim van Schaik stelt dat ontwikkelingshulp geen taak van de overheid is (RD 25-9). Hij vindt ”verrenaastenliefde” een christenplicht, die christenen individueel en collectief moeten uitvoeren. Jan van de Haar (RD 5-10) betoogt dat de Bijbel ons opdraagt de armen te laten doen wat ze zelf kunnen doen en dat we door te verhuizen naar Afrika of Zuid-Amerika onze naaste echt kunnen helpen.

Wereldwijd leven meer dan 
1 miljard mensen onder de grens van extreme armoede, aldus de Verenigde Naties. Nog steeds maakt een op de negen kinderen ten zuiden van de Sahara zijn of haar vijfde verjaardag niet mee. Het zijn keiharde cijfers waarachter een hartverscheurende werkelijkheid schuilt. Voedsel­tekort, droogte, medicijntekorten en gewapende conflicten zorgen voor oneerlijkheid en gebrokenheid in de wereld. Onrechtvaardigheid gaat ons aan het hart.

In de Bijbel worden we veelvuldig opgeroepen onze naasten in nood te helpen. We moeten recht doen aan weerlozen en wezen, opkomen voor verdrukten en zwakken, bevrijden wie weerloos zijn en arm, hen uit de greep redden van wie kwaad wil (Psalm 82). Hoe gaan we te werk? Is deze taak slechts voorbehouden aan het individu, de kerk of stichtingen, zoals Wim van Schaik betoogt?

In de Bijbel wordt veelvuldig verwezen naar de bijzondere positie van de overheid. Koningen, regeringen, zij dragen een grote verantwoordelijkheid. In Romeinen 13 staat dat de overheid in dienst staat van God om mensen te helpen en te beschermen, maar ook om het kwaad te bestrijden.

Jeremia riep in opdracht van God de koning van Juda ertoe op mensen bij te staan die door wreedheid onderdrukt worden en beroofd zijn en om de rechten van vreemdelingen, wezen en weduwen te beschermen. Jesaja veracht degenen die onderdrukking wettelijk bekrachtigen, die het recht van de zwakken verdraaien, die de armen van Gods volk hun deel ontnemen (Jesaja 10).

In Micha 6:8 worden we opgeroepen eerlijk en rechtvaardig te zijn, ons in te zetten om liefde te bewijzen en als een nederig mens met onze God te leven. Spreuken 31:1-8 beschrijft de onderwijzing van koning Lemuël, waarin hij wordt opgeroepen te spreken voor hen die weerloos zijn, het recht van de vertrapten te beschermen.

Overheden kunnen zich niet onttrekken aan de Bijbelse plicht om rechtvaardigheid na te streven. Recht doen betekent echter meer dan 0,7 procent van het nationaal inkomen bestemmen voor noodhulp en projecten. Het financiële systeem doet bijvoorbeeld fundamenteel onrecht aan mensen. Oneerlijke handelsverhoudingen en ongeremde consumptiedrang zorgen voor moderne slavernij in de vorm van uitbuiting en kinderarbeid en uitputting van hulpbronnen. Voedselspeculatie in tijden van tekorten en de inzet van voedsel als brandstof zorgen voor honger en sterfte bij de armste gezinnen.

Nederlandse belangen wegen niet zwaarder dan die van kwetsbare mensen in andere werelddelen. Nederland heeft zich gecommitteerd aan de VN-millenniumdoelstellingen, die zich richten op bestrijding van armoede, ziekten en ongelijkheid in de wereld. Deze doelen zijn niet slechts te bereiken door inzet van particuliere hulporganisaties. Juist overheden hebben een belangrijke taak om wetten te verbeteren en om eerlijke handelsverdragen te sluiten. De regering kan bovendien zaken aan de kaak te stellen in internationale fora.

De vervulling van de plicht om onze naasten te helpen, moeten we niet lichtzinnig opvatten. Het budget voor ontwikkelingssamen­werking kan veel effectiever worden besteed, bijvoorbeeld door inzet op conflictbemiddeling, het stopzetten van directe begrotingssteun aan regimes als Rwanda, door te investeren in lokale economie en landbouw en door eerlijke handel te stimuleren. Maar we weten ook dat de deelname aan basisonderwijs dankzij scholingsprojecten fors is gestegen. Dankzij projecten die medicijnen en drinkwater voor de allerarmsten toegankelijk maken, worden ziekten als aids en malaria teruggedrongen. Partijen zoals VVD en PVV die zich niet aangesproken voelen door Bijbelse noties als ”rechtdoen aan de armen” moeten zich realiseren dat het verder isoleren van ontwikkelingslanden deze landen alleen maar instabieler maakt. Het vergroot de kans op terrorisme, piraterij en toenemende migratie naar het Westen.

We hebben maar één wereld, geen derde wereld. We moeten onze broeders en zusters wereldwijd helpen. Daartoe roept de Bijbel ons op. Recht doen is niet slechts voorbehouden aan individuen, maar is een kerntaak van de overheid. Laten we op alle mogelijke manieren ons brood delen met de hongerige en onderdak bieden aan armen zonder huis.

De auteurs zijn respectievelijk Kamerlid en beleidsmedewerker voor de ChristenUnie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer