De maatregel hangt samen met de wens van het kabinet dat oudere mensen langer blijven doorwerken, aldus staatssecretaris M. Rutte (Sociale Zaken en Werkgelegenheid).

Op dit moment geldt bij het opbouwen van VUT en prepensioen de zogeheten fiscale omkeerregel. Die houdt in dat over de gespaarde VUT- of prepensioenpremies geen belasting verschuldigd is. De fiscus klopt pas aan als de VUT-uitkering of het prepensioen wordt uitbetaald.

Om het gebruik van VUT en prepensioen tegen te gaan, wil het kabinet de omkeerregel schrappen. Het wordt daardoor veel duurder een VUT- of prepensioen op te bouwen.

De belasting die vutters verschuldigd zijn, kan om fiscaal-technische reden alleen berekend worden op het moment dat zij stoppen met werken. Daarom moet de fiscus hun het verschuldigde bedrag in één keer in rekening brengen, aldus Rutte.

De Belastingdienst verrekent niet met de vutter zelf, maar met diens werkgever of VUT-fonds. Die kunnen het belastinggeld vervolgens weer op de vutter verhalen, eventueel in termijnen. Rutte geeft toe dat een werknemer daarmee afhankelijk wordt van de opstelling van zijn werkgever.

De problemen bij de VUT doen zich niet voor bij het prepensioen. Voor een prepensioen wordt individueel gespaard, terwijl de kosten van de VUT collectief door de werkenden worden opgebracht.