Het voorstel biedt een wettelijke basis voor besnijdenis op religieuze gronden. Die was omstreden geraakt doordat een rechtbank in Keulen in mei uitsprak dat de besnijdenis van jonge kinderen om religieuze redenen neerkomt op ernstige mishandeling.

Volgens het voorstel is besnijdenis van jongens toegestaan, ook als de ingreep op medische gronden niet noodzakelijk is. Daarbij geldt wel een aantal voorwaarden. De ingreep moet op een medisch verantwoorde manier worden uitgevoerd. Ouders moeten zich verder vooraf over de risico’s van de ingreep laten voorlichten. Ook mag het welzijn van het kind geen gevaar lopen.

Regel is dat een arts de besnijdenis uitvoert. Als het jongetje jonger dan zes maanden is, kan dat ook een persoon zijn die door een religieuze organisatie daartoe bevoegd is verklaard. Voorwaarde is wel dat die persoon de ingreep even goed beheerst als een arts.

Volgens minister Leutheusser-Schnarrenberger van Justitie biedt het voorstel een zorgvuldig evenwicht tussen de verschillende belangen die in het spel zijn.

Joodse organisaties hebben het voorstel instemmend begroet. Moslimorganisaties vinden het voorstel van de regering niet concreet genoeg. Zij willen graag opheldering over wat het voorbehoud over het welzijn van het kind precies inhoudt.

De regering maakt haast met het wetsvoorstel. Het is de bedoeling dat de Bondsdag, de Duitse Tweede Kamer, nog dit jaar een besluit neemt.