Het aantal meldingen valt mee, aldus een woordvoerder van de Vogelbescherming dinsdag. „Als er nu al heel veel meldingen waren, zou dat mogelijk betekenen dat het virus Nederland is binnengedrongen. Dat gaat zeker gebeuren, maar voor zover wij weten is het nog niet zover.”

Mensen die een dode merel vinden, kunnen dat bij het DWHC melden. Als het om een besmette vogel lijkt te gaan, stuurt het centrum een koerier om het beest op te halen. Een besmetting moet namelijk binnen 24 uur opgespoord worden. „Het mooiste is het als vinders de dode vogel met een plastic zakje oppakken en het dier bewaren in de koelkast”, aldus de Vogelbescherming.

Het Usutuvirus, dat ongevaarlijk is voor mensen, wordt overgebracht door muggen. Er zijn volgens de Vogelbescherming al bijna 50 soorten zangvogels met een Usutu-infectie gevonden, maar vooral voor merels lijkt de besmetting fataal te zijn. De dieren raken suffig en zijn binnen 2 tot 3 dagen dood.

Het virus is voor het eerst in 2001 in Oostenrijk gemeld. Nu er in Duitsland zo veel vogels zijn besmet, staat het volgens deskundigen vast dat het virus de grens oversteekt en ook in ons land wordt gevonden. Tegen de infectie is niets te doen. Wetenschappers verwachten dat merels er uiteindelijk immuun voor zullen worden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) wordt op de hoogte gesteld van onderzoeksresultaten om te bepalen of er risico voor mensen ontstaat. „Dat lijkt niet zo te zijn, maar we willen de zaak gewoon scherp in de gaten houden”, zegt de Vogelbescherming.