Zuid-Afrikaanse predikant ds. Botha spreekt voor Heart Cry in Tholen
THOLEN – „John Knox bad: „Geef mij Schotland, of ik sterf.” God zoekt mensen die zó bidden”, zei de Zuid-Afrikaanse predikant ds. J. Botha maandagavond in Tholen. Hij sprak tijdens een bezinningsavond over ”Geestelijke vernieuwing” in de Gasthuiskapel.
De bijeenkomst was georganiseerd door de stichting Werkers in de Wijngaard in samenwerking met stichting Heart Cry.
Ds. Botha sprak over de geschiedenis van de inwijding van de tempel van Salomo (2 Kronieken 6). Hij vertelde –in het Zuid-Afrikaans– hoe hij op 26-jarige leeftijd tot bekering was gekomen. Hij benadrukte hoe toen alles anders werd: „Zelfs mijn hond merkte het. Ik vloekte niet meer. Ik schopte niet meer naar het beest.”
Ds. Botha benadrukte voor de ongeveer zestig aanwezigen dat God mensen opzoekt en verandert. Hij verwees naar de discipelen van de Heere Jezus. Eerst kregen zij drie jaar onderwijs, daarna werd het Pinksteren. „Daarmee liet God zien: dit is het normale christelijke leven zoals het behoort te wezen. Ik vind dat bij de discipelen. Ik vind dat bij Nehemia.”
Telkens als God verschijnt, is er sprake van vuur, zei ds. Botha. „Dat was zo toen de Heere aan Mozes verscheen in de brandende braambos. Bij de uitstorting van de Heilige Geest toonde de Heere Zijn aanwezigheid in tongen van vuur. Bij de inwijding van de tempel werden veel dieren verbrand op het altaar. Dit betekent dat de Heere mensen zoekt die hun leven willen verteren in dienst van de Heere. De Heere had een plek voorbereid: de tempel. De Heere had Salomo voorbereid: twintig jaar had hij aan de tempel gebouwd. Dan is mijn vraag: ben ook ik zo voorbereid dat de Heere mij kan gebruiken als een instrument voor een opwekking?”
Ds. Botha wees erop dat de heerlijkheid van de Heere de tempel vervulde nadat koning Salomo het offer gereedgemaakt had en gebeden had. „Er kunnen kerkdiensten zijn waarin je ervaart: God is hier. Er kunnen conferenties zijn waar je ervaart: God is hier.”
Verder wees de predikant erop dat het vuur dat het brandoffer verteert een antwoord is op het gebed van Salomo. „Dat vind ik aangrijpend. Daar is gebeden op een manier die anders is dan andere gebeden: met aandrang. Ken je het gebed van John Knox voor Schotland? Hij bad: „Geef mij Schotland, of ik sterf.” God zoekt mensen die zó bidden.”
De offers die Salomo bracht, laten ook zien dat God mensen voorbereidt op hun taak, zo legde ds. Botha uit. „Offers van God zijn een gebroken en verslagen geest. Waarom zou ik mijn vrouw in Zuid-Afrika achterlaten en naar Nederland gaan om te spreken voor de Heere? Het gaat om een offer dat je brengt voor God. Wat geef je God van je tijd? Wat geef je God van je geld? Van je gaven? Kan God jou gebruiken voor een opwekking?” Hij wees zijn gehoor erop dat het binnenste van een mens voor God ook een tempel is. „Het is daar waar God een vuur wil laten zien. Wie zegt: ik wil zo’n tempel zijn? Gebruik mij voor een opwekking?” Hiermee refereerde de spreker ook aan de roeping van Jesaja, die zei toen hij geroepen werd: „Zie, hier ben ik, zend mij heen.”
Na de pauze benadrukte de predikant vanuit Jakobus 5 het belang van geduld. „Misschien zegt iemand: Ik wil die man zijn die God gebruikt voor een opwekking. God zegt: Wees geduldig. Jakobus gebruikt het beeld van een landbouwer die wacht op de kostbare vrucht van de aarde.
Er is een wet van zaaien en maaien. Jakobus wijst ook op de lijdzaamheid van Job. Word niet moedeloos over de vraag of God wat kan veranderen in Nederland. Wees geduldig. Verdraag. Wacht.”