Vogelbescherming: Meld dode vogels
ZEIST – Een dodelijk virus uit Afrika zorgt in Duitsland voor massale sterfte onder merels. Het virus zal binnenkort ook in Nederland opduiken, verwachten deskundigen. Vogelbescherming Nederland roept mensen die een dode merel vinden, op dat te melden.
In Duitsland zijn de afgelopen maanden honderdduizenden vogels doodgegaan door het exotische usutuvirus. „Op veel plekken zijn er bijna geen merels meer, het is werkelijk dramatisch”, zei de Duitse wetenschapper Norbert Becker maandag.
Vorig jaar trof de infectie vele vogels in het Rijndal en omliggende gebieden. Volgens de Duitse natuurbeschermingsbond NABU waren toen circa 300.000 merels het slachtoffer. Dit jaar heeft het besmettingsgebied zich landelijk verder uitgebreid. De komende weken zullen naar verwachting in Duitsland nog tal van vogels van het dak en uit de bomen blijven vallen.
Ook Nederland zal niet aan het virus ontkomen, verwacht Chris-Jan van der Heijden van Vogelbescherming Nederland. Het is nu nog niet opgedoken, maar volgens hem is dat vrijwel onvermijdelijk, omdat het virus ook is geconstateerd in de Duitse deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen, die grenst aan Nederland.
Vogelbescherming Nederland houdt de zaak samen met andere organisaties in de gaten. Dode merels kunnen gemeld worden bij het Dutch Wildlife Health Centre (030-2537925, dwhc@uu.nl). Die organisatie doet onderzoek naar vogelziekten en wil dode vogels graag binnen 24 uur onderzoeken. Daarvoor worden dode dieren aan huis opgehaald. Ook is het mogelijk dode merels te melden bij Sovon Vogelonderzoek Nederland (sovon.nl).
Het Afrikaanse virus dook in 2001 op in Oostenrijk, dat er als eerste land in Europa mee te maken kreeg. Later waren er ook uitbraken in Italië en Hongarije.
Vooral merels worden het slachtoffer van het virus. „Die hebben er kennelijk een zwak gen voor.” Maar ook dode mussen, spreeuwen en ijsvogels met het virus zijn gevonden.
Besmette merels zijn vaak gemakkelijk te herkennen. Ze zien er ongezond en verzwakt uit, aldus Vogelbescherming Nederland. „Vaak zijn ze apathisch, hebben een slordig verenkleed en zijn sterk vermagerd. Verder hebben ze evenwichtsstoornissen en kunnen ze soms moeilijk vliegen. Vaak zijn ze gemakkelijk te vangen. Na twee tot drie dagen zijn ze dood.”
Volgens de Vogelbescherming wijzen vrijwel alle scenario’s erop dat het usutuvirus in Nederland zal blijven als het eenmaal is gearriveerd. De verwachting is dat merels uiteindelijk immuniteit tegen het virus zullen ontwikkelen.
Via muggenbeten kan het virus ook worden overgebracht op mensen, maar er zijn weinig gevallen van bekend. In Italië raakte een paar jaar geleden een man besmet en ook in Duitsland is een geval bekend. Het virus veroorzaakt bij mensen koorts, hoofdpijn en huiduitslag.
Omdat het virus ook op mensen kan overspringen, zijn er volgens Van der Heijden van de Vogelbescherming ook contacten met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.