De Nederlandse Hartstichting maakt zich daar wel sterk voor, maar de korpschefs rekenen medische handelingen niet tot de kerntaken van de politie.

„Politiemensen zijn niet opgeleid om medische handelingen te verrichten. De kerntaken van de politie zijn toezicht, handhaving en opsporing. Het hulpverlenen aan mensen die medische hulp nodig hebben, beperkt zich tot eerste hulp in afwachting van deskundig ambulancepersoneel”, menen de korpschefs.

Volgens de politietop staat de politie momenteel onder grote druk om de veiligheid te vergroten, meer strafzaken op te lossen en meer daders aan te houden. „Uitbreiding van het takenpakket met medische handelingen is niet alleen principieel onjuist, het zet ook de uitoefening van de huidige politietaken onder druk”, vinden de hoofdcommissarissen. „Ambulances hebben tot taak binnen vijftien minuten medische noodhulp te verlenen, zonder dat eventueel falen daarvan wordt afgewenteld op de politie.”

De Nederlandse Hartstichting is teleurgesteld. „De politie laat een kans liggen om levens te redden”, aldus een woordvoerder. Hij wijst erop dat snelle hulp, zelfs binnen de wettelijke aanrijtijd van ambulances, de levenskansen van een patiënt sterk vergroot.

Dat agenten de defibrillators niet kunnen gebruiken, gaat er bij de woordvoerder niet in, omdat de hartmassageapparaten juist zo zijn ontworpen dat ook leken die kunnen bedienen. Verder denkt de Hartstichting dat de politie geen andere taken hoeft te laten schieten omdat politiemensen bij een geval van hartstilstand meestal als eerste aanwezig zijn en pas weggaan als de ambulance is vertrokken.