Cultuur & boeken

Michael Kruger: Bijbelse canon verifieert zichzelf

Waarom telt het Nieuwe Testament 27 boeken, niet meer of minder? Wat onderscheidt deze boeken van andere geschriften uit het vroege christendom? Op wiens gezag nemen we als Bijbellezers aan dat precies deze boeken van God komen?

dr. P. H. R. van Houwelingen

8 October 2012 13:54Gewijzigd op 14 November 2020 23:36

Dit soort vragen krijgt nieuwe actualiteit door de ontdekking van apocriefe evangeliën en door de steeds populairder wordende opvatting dat het christendom oorspronkelijk veel gevarieerder was dan altijd werd aangenomen. Een geschikt moment om de canon van het Nieuwe Testament opnieuw onder de loep te nemen, moet Michael Kruger hebben gedacht. Hij is werkzaam in de Verenigde Staten, als hoogleraar Nieuwe Testament en decaan aan het Reformed Theological Seminary in Charlotte, North Carolina.

Kruger staat in de gereformeerde traditie en dat is in zijn boek goed te merken. Hij beroept zich op de confessie en citeert Nederlandse voormannen van wie het werk in het Engels vertaald is, zoals Kuyper, Bavinck en Ridderbos. Maar hij verwerkt ook recentere inzichten uit evangelicale kring, voornamelijk van N. T. Wright.

Krugers vraagstelling is niet, zoals gebruikelijk: ”wanneer en hoe werden de boeken van het Nieuwe Testament als canoniek erkend?”, maar: ”hoe weten we dat de boeken van het Nieuwe Testament canoniek en dus gezaghebbend zijn?” Dit leidt tot een spannende combinatie: de canon wordt tegelijkertijd theologisch én historisch benaderd. Het boek is opgebouwd uit twee hoofddelen, geflankeerd door een inleiding en een conclusie.

Modellen

In het eerste hoofddeel, ”Determining the Canonical Model” (hoofdstuk 1-3), bespreekt Kruger enkele gangbare modellen. Volgens sommigen is de canon bepaald door menselijke beslissingen, anderen beroepen zich op het gezag van de wereldkerk, weer anderen zoeken naar criteria voor canoniciteit. Zorgvuldig worden zowel de positieve als de negatieve punten van al deze modellen geëvalueerd. Dan blijkt dat ze meestal voorbijgaan aan de vragen die Kruger bezighouden: welke intrinsieke autoriteit maakte juist deze verzameling boeken uit de eerste eeuw gezaghebbend, en welke rol speelt de historische verankering in de apostolische periode daarbij?

Kruger ontwikkelt, met integratie van bruikbare elementen uit de andere modellen, een eigen visie die hij ”self-authenticating” noemt. Vrij weergegeven: de canon verifieert zichzelf. Dit model brengt een factor in rekening die vaak verwaarloosd wordt: de inhoud van de canon zelf, waardoor de lezer richting en leiding krijgt. Kruger onderscheidt drie stadia in een chronologisch proces van canonvorming: 1. God geeft Zijn boeken door middel van de apostelen. 2. Deze boeken worden door de eerste christenen erkend en gebruikt als Heilige Schrift. 3. De kerk als geheel bereikt een consensus rond het gezag van deze boeken.

Men kan zich afvragen welke waarde bijvoorbeeld de brieven van Paulus hebben die niet bewaard gebleven zijn (waarschijnlijk heeft hij meer dan twee brieven aan de Korintiërs geschreven), en waarom andere orthodoxe geschriften uit het vroege christendom (zoals de Brief van Barnabas, of de Pastor Hermas) uiteindelijk geen plaats in de canon hebben gekregen. Krugers verrassend nuchtere antwoord geeft te denken: gedurende de apostolische tijd was er nog onderscheid tussen ”canon” en ”Schrift”. Alle canonieke boeken werden als Schrift beschouwd, maar niet alle Schriftuurlijke (geïnspireerde) boeken werden als canoniek beschouwd.

Krugers vakkennis biedt hem het vermogen de verschillende posities fair en helder te schetsen. Inhoudelijk is zijn model niet nieuw, maar het wordt op een overtuigende manier neergezet, als alternatief voor de visies die tegenwoordig gangbaar zijn. Jammer dat de auteur zo veel woorden nodig heeft om iets te zeggen. Met wat minder herhalingen en citaten van andere onderzoekers had dit fors uitgevallen boek beknopter kunnen zijn.

Apostolisch zelfbewustzijn

In het tweede hoofddeel, ”Exploring and Defending the Canonical Model”, werkt Kruger zijn eigen model uit. Daarbij geeft hij aandacht aan de goddelijke eigenschappen (hoofdstuk 4), de apostolische oorsprong (hoofdstuk 5), en vooral aan de kerkelijke ontvangst van de canon (hoofdstuk 6, 7 en 8).

Mooi zijn de zeven voorbeeldcitaten van apostolisch zelfbewustzijn die worden behandeld (Markus 1:1, Johannes 21:24, 1 Tessalonicensen 2:13, 1 Korinthiërs 7:12, 1 Korinthiërs 14:37-38, 1 Johannes 1:1-5, Openbaring 1:1-3). Stuk voor stuk bevestigen deze passages dat de boeken van het Nieuwe Testament geschreven zijn als apostolisch getuigenis, vanaf het allereerste begin in het besef dat men werkte onder het gezag van Jezus Christus. Aangezien de apostelen dienaars waren van een nieuw verbond (2 Korinthiërs 3:6) functioneerden deze apostolische geschriften mede als verbondsdocumenten.

Soms wil de auteur te veel beweren, waarmee hij –geheel onnodig– zijn zaak minder geloofwaardig maakt. Was het evangelie naar Johannes al canon toen de inkt van het oorspronkelijke handschrift nog niet droog was? Maar ieder boek heeft behalve een schrijver ook lezers nodig. Kun je een zevenvoudige structuur in de canon van de Bijbel ontdekken, bestaande uit drie oudtestamentische plus vier nieuwtestamentische collecties? Maar het éne boek Openbaring kan moeilijk als collectie gelden. Bewijzen oude handschriften (codices) met verzamelingen van apostolische brieven dat er al vroeg een soort canonbewustzijn was? Maar een codex is nog geen canon.

Stem van de goede Herder

Als geheel genomen, levert dit boek voor theologen en andere geïnteresseerden een waardevolle bijdrage aan de hedendaagse bezinning op de canoniek van het Nieuwe Testament. Een tekst die voor Kruger heel belangrijk is en waarmee hij zijn boek dan ook afsluit, is Johannes 10:27: „Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij” (HSV). Hier komt een wetenschapper aan het woord die heeft willen luisteren naar de stem van de goede Herder.


dr. P. H. R. van Houwelingen, Theologische Universiteit Kampen


Boekgegevens

”Canon Revisited. Establishing the Origins and Authority of the New Testament Books”, Michael J. Kruger;
uitg. Crossway, Wheaton, Illinois, 2012; hardcover; ISBN 978 1 4335 0500 3; 362 blz.; $ 30.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer