Muziek

Dirigent Jeroen Bal streeft naar brede én stralende koorklank

Hij werkte eerst met buisjes, potjes, pilletjes en poedertjes. Nu zit hij in de noten. Jeroen Bal werd van laborant muzikant. Lesgeven en dirigeren vullen zijn dagen. De Gorkumer laat zich graag inspireren door de Engelse koorklank. „Een brede basis en een stralende bovenkant. Fan-tas-tisch!”

Evert van Dijkhuizen
8 October 2012 08:35Gewijzigd op 14 November 2020 23:36
Dirigent Jeroen Bal met zijn kamerkoor Voce Anglica in de Grote Kerk in Gorinchem. Foto Rob Kamminga
Dirigent Jeroen Bal met zijn kamerkoor Voce Anglica in de Grote Kerk in Gorinchem. Foto Rob Kamminga

Vrijdagavond 5 oktober presenteerde Bal (47) de eerste cd van zijn kamerkoor Voce Anglica in de Grote Kerk van Gorinchem. „Als kamerkoor met zo’n 25 leden zingen we meestal in kleinere kerken, maar voor deze gebeurtenis wilden we een kathedrale ruimte. Het repertoire vraagt erom: veel Engelse kerkmuziek. Die moet je zingen in een grote ruimte.”

De naam Voce Anglica verwijst naar de voorliefde van het koor voor muziek die is gebaseerd op de anglicaanse liturgie. Bal hééft er iets mee. Al jaren. „Als dirigent van het Stadsknapenkoor Gorcum, opgericht in 1988, was ik ook altijd met deze muziek bezig. Ik ben drie keer met het koor in Engeland geweest. We hebben gezongen tijdens evensongs in bekende kathedralen: Ely, Salisbury, Cambridge. Een onvergetelijke ervaring. Als ik er foto’s van zie, denk ik er met weemoed aan terug. Dat was me een tijd. Dat wij als doorsnee-Hollanders daar samenwerkten met beroemde 
Engelse dirigenten en organisten…”

Bal moest het knapenkoor in 2005 opheffen omdat er te weinig nieuwe jongens bij kwamen. Het ging hem aan het hart. Maar hij zit niet bij de pakken neer. „Ik ben bezig een nieuwe start te maken. Als ik vijf jongens heb, begin ik. Twee kan ik er zelf leveren: mijn eigen zoons van 10 en 12. Hopelijk groeit het aantal vanzelf als we begonnen zijn. Ja, ik doe het gewoon. Het koor zal een andere naam krijgen: Gorcum Boys Choir. Net als Bouwe Dijkstra destijds heeft gedaan in Kampen met het Kampen Boys Choir.”

Toch leeft het oude stadsknapenkoor ook nu al voort. Bal: „Na de opheffing zijn we met de volwassen mannen, de tenoren en bassen, verdergegaan in het ensemble Countébas. Dat is vervolgens met het vrouwenkoor Ladies Voices samengevoegd tot wat nu Voce Anglica is. Een van de tenoren zingt al vanaf z’n vijfde onder mijn leiding. Hij is als jongenssopraan in het stadsknapenkoor begonnen.”

Vijf jaar is Bal aan het schaven met Voce Anglica aan de koorklank, uitspraak, dictie, repertoire­beheersing. Is hij tevreden over de cd die er nu ligt? „We zijn een heel eind op weg, maar moeten ons verder ontwikkelen. De koorklank kan vooral in de diepte winnen. En we moeten leren écht Engels te zingen; het klinkt zo gauw Hollands.”

Idealen met het kamerkoor heeft de dirigent genoeg. „We hebben tot nu toe veel Engelse kerkmuziek gedaan, maar er zijn natuurlijk meer stijlen. We zijn nu bezig met een barokprogramma. Met de kerst zingen we het motet ”Jesu meine Freude”, het Gloria van Vivaldi en enkele delen uit het Weihnachtsoratorium van Bach. Volgend jaar willen we graag enkele cantates uitvoeren.” Duitse barok met een op Engelse leest geschoeid koor? Bal glimlacht: „Ja, dat zal dus een Bachvertolking worden zoals de Engelse jongenskoren dat doen. Geen authentieke uitvoering zoals Bachspecialisten nastreven. Maar dat vind ik geen bezwaar.”

Kriebel

Overdag verdient Bal zijn brood als muziekleraar op de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem. „Ik ben daar destijds binnengekomen als technisch onder­wijsassistent met het diploma laborant op zak. Vanaf mijn veertiende echter ben ik serieus met klassieke muziek bezig. Op school kriebelde het als ik mijn collega van muziek bezig zag.”

Bal liet er geen gras over groeien. Hij pakte opnieuw een studie op; volgde eerst de Kurt Thomascursus voor koordirigenten, stapte over naar de IDE Hogeschool in Gorinchem, vervolgens naar de Schumann Akademie in Utrecht en sloot af met de opleiding schoolmuziek aan het conservatorium in Den Haag. Spijt van zijn overstap naar de muziek heeft hij nooit gehad. Hoewel: „Als ik langs het scheikundelokaal loop en ik snuif de geuren van allerlei stofjes op, dan denk ik: Laborant is toch ook een mooi vak.”

Zijn lessen muziek en ook ckv (culturele kunstzinnige vorming) geeft Bal hoofdzakelijk in de bovenbouw van havo, vwo en de theoretische leerweg van het vmbo. „Bij ons op school is muziek examenvak op alle drie niveaus. Met deze leerlingen kan ik echt de diepte in. We houden ons voor­namelijk bezig met klassieke muziek en kerkmuziek. Daarnaast vraagt het examenprogramma dat de leerlingen iets moeten weten van andere muziekstijlen, zoals pop en jazz.”

Bal ziet het als zijn uitdaging om álle leerlingen actief bij de les te betrekken. „Dus niet alleen degenen die zelf een instrument bespelen. Die heb je al. Maar ook de anderen. Het is mooi om te zien hoe zo’n gemengde groep met elkaar tot de uitvoering van een muziekstuk komt, waarbij iedereen zijn eigen rol heeft: de een zingt, de ander speelt, de derde schrijft een melodietje, de vierde dirigeert.”

De muziekleraar is geregeld met zijn leerlingen in concertzalen te vinden. „We gaan naar de Doelen in Rotterdam of Vredenburg in Utrecht. Soms naar een concert, soms naar een generale repetitie. In de Doelen kun je prachtig om het orkest heen zitten. De leerlingen zien met eigen ogen dat de muzikanten hard werken. Voor velen is dat een eyeopener.”

Soms levert zo’n bezoek onverwachte publiciteit op. Bal: „De laatste keer dat we in Vredenburg waren, werd het concert live uitgezonden door TROS/AVRO-Klassiek op Radio 4. De presentator maakte aan het eind van de uitzending melding van de aanwezigheid van een grote groep scholieren van de Gomarus. Hij gaf hun een compliment omdat ze zo geconcentreerd hadden geluisterd. Ook kregen de leerlingen opmerkingen van het publiek over hun kleding: Wat zien jullie er leuk uit, alsof jullie een avondje uitgaan.”

Bal laat elk jaar zijn examenleerlingen een concert organiseren. „Ik ben erbij om de zaak te begeleiden, maar in principe doen ze alles zelf, tot en met het huren van de kerk.” Een jaarlijks hoogtepunt vindt hij het kerst­concert van de Gomarus in de Grote Kerk in Gorinchem. „Dan puilt de kerk uit. Vorig jaar hebben we het oratorium ”In de volheid van de tijd” van Leander van der Steen uitgevoerd. Dit jaar, op 7 december, staat ”The Promise of Christmas” van Dan Burgess op het programma. De leerlingen uit de bovenbouw zingen en enkele anderen vormen een orkestje. 
Dat noemen we speciaal voor de gelegenheid Musica Gomara.”

Bal werkt graag samen met muziek­collega’s van andere scholen. Dat leidt soms tot mooie resultaten. „Dit jaar hebben we met 800 leerlingen van verschillende reformatorische scholen meegedaan aan de meezing-
Messiah in Leiden. De stichting 
die dit elk jaar organiseert, had speciaal voor ons een jongeren­scratch belegd. Overdag zes uur repeteren, ’s avonds het concert. Het podium stond vol én de kerk zat vol. Zo’n project vergt veel voorbereiding. De partijen moeten op school ingestudeerd worden. Maar ik behandel er in de les 
ook allerlei muziektheorie bij: wat is een oratorium, een aria, een recitatief, een sequens? De leer­lingen steken er enorm veel van op.”

Mixtuurorgel

Mooie muziek maken is hard werken, weet Bal. „Ik zeg tegen m’n koor altijd: Op de repetitie moet het gebeuren, anders wordt het concert niks. Daarom heb ik het liefst een koor dat elke week repeteert. Met projectkoren heb ik minder. Ook drie keer achter elkaar hetzelfde stuk uitvoeren, is niets voor mij. Na een concert is het voor mij: de boel opruimen en naar huis. In gedachten ben ik alweer met het volgende stuk bezig. Concerten opnemen en naluisteren doe ik ook niet. Meestal laat de opname niet horen wat ik als gevoel aan het concert heb overgehouden en eindigt het in een teleurstelling. Ik neem wel eens een generale repetitie op om te horen wat ik kan verbeteren op het concert.”

Bal, hulporganist in de christelijke gereformeerde kerk in Noordeloos, heeft nog een feestje in het verschiet. „We nemen binnenkort op school een nieuw orgel in de aula in gebruik. Een pijporgel was niet haalbaar vanwege de kosten en ook niet handig vanwege de vloerverwarming. Het is een digitaal orgel van Mixtuur geworden, met twee intonaties: barok en romantiek. Het instrument wordt een stimulans voor de muziek­cultuur op school.”


Cd kamerkoor Voce Anglica

De nieuwe cd ”We praise Thee, o Lord” van kamerkoor Voce Anglica onder leiding van Jeroen Bal is vrijdagavond gepresenteerd in de Grote Kerk in Gorinchem. Op de cd staat hoofdzakelijk Engelse koormuziek van componisten als Stanford, Purcell, Parry, Wil­liams, Greene en Rutter. De orgelbegeleiding wordt verzorgd door Nico Blom. Vanavond is het koor te beluisteren in de Havenkerk te Alblasserdam. Aanvang 20.00 uur.

Meer informatie: www.kamerkoorvoceanglica.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer