Lokaal juweeltje: heemtuin in Capelle van den IJssel
CAPELLE A/D IJSSEL – „Een lokaal juweeltje” noemen paddenstoelenkenners de heemtuin in Capelle aan den IJssel. Helaas wordt het parkje regelmatig geteisterd door vandalen.
„Regelmatig komen hier mensen vragen: Waar zijn de paddenstoelen?” Glimlachend vertelt de beheerder van kinderboerderij Klaverweide aan de ’s Gravenweg in Capelle aan den IJssel over paddenstoeltoeristen die de heemtuin niet kunnen vinden. „Dan moet u aan de overkant zijn”, is steevast het antwoord.
Wie de ’s Gravenweg oversteekt, valt van de ene verbazing in de andere. Op een klein stukje grond van ongeveer 1 hectare staan allerlei verschillende soorten paddenstoelen. Paadjes van houtsnippers staan vol met honderden franjehoeden, kleine, grijze paddenstoeltjes. Naast een biels groeit een merkwaardig gevormde roze-witte zwam. „Een roze stinkzwam”, weet paddenstoelenkenner Els Löhr te vertellen.
Löhr, afkomstig uit Voorschoten, komt deze doordeweekse middag samen met Fred Leenart uit Leiden en Mieke Bernard uit Leiderdorp naar Capelle aan den IJssel om te kijken welke paddenstoelen er dit jaar in de heemtuin te vinden zijn. „Een lokaal juweeltje” noemt Löhr het parkje tussen de ’s Gravenweg en de Abraham van Rijckevorselweg. „Er groeien hier zo veel bijzondere paddenstoelen, dat is gewoon uniek.”
Het mooiste exemplaar vindt Löhr de inktviszwam. „Die ruikt naar hondenpoep, maar is schitterend om te zien. De rode tentakels van de zwam doen denken aan een inktvis. Ze komen tevoorschijn uit grondknollen die duivelseieren genoemd worden. Zulke eieren zouden door de duivel persoonlijk zijn gelegd.” Volgens Löhr zijn er zoveel paddenstoelen in de tuin omdat er enorm veel hout ligt. „Bovendien is het hier drassig en is er veel schaduw. Ideaal voor paddenstoelen.”
Voor beheerder Willy Heilker zijn de vele paddenstoelsoorten in de heemtuin „een grapje van de natuur.” Natuurlijk speelt mee dat vrijwilligers de paadjes iedere jaar ophogen met houtsnippers, maar de natuur blijft voor Heilker een raadsel. „Het ene jaar zijn er ongelooflijk veel soorten, het andere jaar niet.”
Helaas wordt de heemtuin de laatste tijd regelmatig geteisterd door vandalen. „Waarschijnlijk komen ze na een avondje stappen nog even napraten in de heemtuin. Maar ze gooien bankjes, brugonderdelen en prullenbakken in het water. Overal liggen lege drankflessen, blikjes en hopen braaksel.”.
Inmiddels heeft de beheerder van de heemtuin aangifte gedaan en is er een stadmarinier langsgekomen. „Die heeft belooft dat de politie meer zal patrouilleren.” Verder laat Heilker de zitbankjes in de heemtuin weghalen. „Helaas, helaas voor iedereen die daar met plezier op heeft gezeten. Maar we hopen op deze manier dat de plek minder interessant wordt voor hangjongeren.”
De toegangsbrug tot de tuin afsluiten met een hek, is voor de heemtuinbeheerder een stap te ver. „Dat kost duizenden euro’s. Bovendien moet er dan iedere morgen en avond iemand komen om het hek te openen en te sluiten.” De bijenkasten in de heemtuin zijn al omringd door een hekwerk. „Dat hebben we anderhalf jaar geleden al geplaatst omdat er kasten werden omgegooid en zelfs in brand gestoken. Mooi is zo’n hek niet, maar op een gegeven moment kunnen we niets anders.”