Draghi benadrukt dat nu overheden aan zet zijn
APELDOORN – Door de aankondiging van een nieuw interventieplan „is de zorg dat destructieve scenario’s realiteit worden, afgenomen”, constateerde president Mario Draghi van de Europese Centrale Bank (ECB) gisteren. Hij hamerde erop dat nu de overheden aan zet zijn.
Begin september bracht genoemde instantie zwaar geschut in stelling om de schuldencrisis in de eurozone te bezweren. Zij liet weten bereid te zijn ongelimiteerd kortlopende staatsobligaties op te kopen van landen in problemen, met de bedoeling de rente op die stukken omlaag te drukken en daarmee te verhinderen dat de leenkosten op enig moment niet meer op te brengen zijn. Het programma geniet bekendheid onder de naam OMT, afkorting van Outright Monetary Transactions: rechtstreekse monetaire transacties.
Voorwaarde is wel dat een regering eerst een beroep doet op steun uit het Europese noodfonds. Daaraan kunnen namelijk strenge eisen ten aanzien van bezuinigingen en economische hervormingen worden gekoppeld, zodat de betrokken politici niet in de verleiding raken om het met de saneringen wat rustiger aan te doen. De ECB zal de eventuele actie van zijn kant stoppen als het land zich niet houdt aan de opgelegde condities, benadrukte Draghi nog eens. Verder zei hij dat de opkoopoperatie stilligt tijdens een controle naar de uitvoering van het afgesproken beleid.
„Wij zijn er klaar voor. Het mechanisme hebben we beschikbaar. Het ligt nu volledig in handen van de overheden wat er gaat gebeuren”, aldus de Italiaanse topman van de bank. Zij moeten, individueel en in Europees verband, verdere stappen zetten om tekorten en schulden terug te dringen en de economieën te versterken.
Draghi herhaalde: „De euro is onomkeerbaar.” En in de richting van zijn critici, die vinden dat de OMT-ingrepen het inflatiegevaar aanwakkeren: „Wij handelen strikt binnen het mandaat tot handhaving van de prijsstabiliteit en wij opereren in onafhankelijkheid.”
Momenteel richt de aandacht zich vooral op Spanje. Draghi weigerde commentaar op de vraag of Madrid noodkredieten zal aanvragen of dat het zal lukken te overleven zonder hulp van buitenaf. Wel prees hij de inspanningen die Spanje levert. „Het is opzienbarend hoeveel maatregelen daar in een korte tijd zijn aangekondigd en ingevoerd.”
Twee keer per jaar vindt de maandelijkse ECB-vergadering plaats buiten Frankfurt. Gisteren waren de monetaire bestuurders te gast bij de centrale bank in Slovenië. Zij overlegden in kasteel Brdo, op zo’n 30 kilometer afstand van de hoofdstad Ljubljana.
Zij besloten het belangrijkste rentetarief in de eurozone, waartegen commerciële banken lenen bij de centrale bank, ongewijzigd te laten. Sinds juli staat het op het historisch lage niveau van 0,75 procent. Draghi vertelde dat er geen discussie is geweest over een verdere neerwaartse bijstelling. Die mededeling wekt de indruk dat zo’n aanpassing, die sommige analisten verwachten, ook in de komende maanden niet aan de orde zal zijn.
De economische omstandigheden zouden de maatregel zeker rechtvaardigen. In het tweede kwartaal was er in het eurogebied sprake van een krimp van 0,2 procent. Indicatoren wijzen niet op spoedig een duidelijke verbetering. Voorlopig blijft het een aanhoudend zwakke ontwikkeling van de conjunctuur, waarbij het vertrouwen van consument en producent heeft te lijden onder een grote mate van onzekerheid.
Een nieuwe renteverlaging wordt bemoeilijkt door het inflatietempo. Dat klom vorige maand tot 2,7 procent en lag daarmee ruim boven het nagestreefde peil van 2 procent. Pas in de loop van 2013 zal de geldontwaarding zakken tot beneden het plafond, voorspelde Draghi. De huidige prijsstijgingen hebben vooral te maken met de stijgende energiekosten en met btw-verhogingen in diverse lidstaten.