SDOK geeft boek uit over drie generaties christenen in Noord-Korea
PYONGYANG – „Mijn grootvader verbrandde alle Bijbels, precies zoals God hem had bevolen, en was daarmee de Noord-Koreaanse autoriteiten te slim af. En het Evangelie bleef zich verspreiden.”
Het is het jaar 1967 en Sung Do Bae, boer en christen in Noord-Korea, hoort een „stem van God” die hem beveelt zijn Bijbels te verbranden, voordat het te laat is. „Het is niet langer de tijd om openlijk te geloven. Je moet vanaf nu geloven in het verborgene.”
Met een „gepijnigd, maar vastberaden gezicht” scheurt zijn vrouw pagina na pagina uit elk van de drie Bijbels en verbrandt ze een voor een. Ze gaat er de hele nacht mee door, totdat er ’s ochtends niets meer van over is.
De volgende ochtend staat er een inspecteur van de staatsveiligheidsdienst voor de deur. Hij vindt niets en verlaat het huis met lege handen.
Honderd jaar
Bae, kleinzoon van Sung Do Bae, vertelt het verhaal van zijn grootvader en de rest van zijn familie in het boek ”De geheime erfenis”, dat maandag verschijnt bij Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK). Het is het verhaal van honderd jaar christelijke kerk in Noord-Korea. Van de Japanse vervolging tot het ontstaan van de Noord-Koreaanse staat. De jaren van isolatie en terreur en de komst van Chinese zendelingen.
Een uniek verhaal, want de meeste Noord-Koreaanse christenen komen na hun vlucht in China tot geloof. De familie Bae bestaat uit christenen van het eerste uur.
Bae vertelt in het boek wat het betekent om christen te zijn in het meest antichristelijke land ter wereld. Hij zat meer dan een jaar onder barre omstandigheden gevangen om zijn geloof.
„Dertien maanden lang was iedere dag precies hetzelfde. Om vijf uur opstaan. De vloer dweilen. Opruimen. Naar het toilet. De inhoud van de emmer leeggooien. Daarna moest ik zeventien uur lang bewegingloos zitten met mijn handen op mijn knieën. Ik mocht zelfs mijn nek niet draaien of mijn rug strekken. Om de twee uur mochten we even plassen. Verder mochten we alleen bewegen tijdens de maaltijd, die precies één minuut duurde.”
Uiteindelijk weet hij met zijn gezin naar Zuid-Korea te vluchten. Zijn ouders, die ook christen zijn, werden vorig jaar opgepakt en zitten in een concentratiekamp.
Puzzelstukjes
„Zij zijn het overblijfsel, geboren uit martelaren en erfgenamen van het geloof dat hun voorouders al aanhingen. Ze zijn bewakers van het Evangelie in de donkerste uithoek van de wereld. Ze horen bij de zevenduizend aan wie God de bijna onmogelijke taak gaf om nooit te knielen voor Baäl”, typeert Eric Foley, directeur van Seoul USA, de zusterorganisatie van SDOK in Zuid-Korea, de familie Bae.
Volgens Foley hebben Noord-Koreaanse christenen een handjevol beschadigde en gekleurde puzzelstukjes, maar zien ze het deksel van de puzzeldoos niet. „Niettemin wijden ze hun hele leven aan het begrijpen en doorgeven van de puzzelstukjes, aan het zoeken naar nieuwe stukjes en naar informatie over het deksel van de puzzeldoos.”