Pien doet een grote ontdekking: op de verjaardag van Cheng geeft niemand hem een hand en drie zoenen, maar maakt de visite een kleine buiging. Als Pien dit thuis vertelt, pakt mama de wereldkaart en legt ze uit dat elk land zijn eigen manier van begroeten heeft. In Tibet steken mensen de tong uit, in Kenia maken ze een dansje. Zo reizen kinderen in ”Wereldgroeten” van Kim Aukema Noll mee de wereld over. Elk land neemt twee pagina’s in beslag. Op de linkerpagina staat de wereldkaart, met onder meer het aantal vlieguren naar het land en het inwonertal. Onder de wereldkaart staat een heldere uitleg over de specifieke manier van groeten, met vaak een grappige ondertoon. Op de rechterpagina wordt de groet uitgebeeld. Het boek nodigt kinderen vanaf vier jaar uit tot kijken en ouders tot voorlezen.