Onderzoek: ringstaartmaki’s overal agressief
Nederlandse dierentuinen hoeven zich geen zorgen meer te maken over het agressieve gedrag van hun ringstaartmaki’s, een soort aapjes. Twee studenten Diermanagement aan het Van Hall Instituut in Leeuwarden onderzochten de agressie van de beestjes, die elkaar soms letterlijk doodbijten. Uit de onderzoeksresultaten, die maandag naar buiten werden gebracht, is gebleken dat de maki’s elkaar ook in het wild aanvallen.
Meestal zijn de vrouwtjes de vechtersbazen. Ze zijn sowieso dominant: bij de ringstaartmaki’s staat het laagste vrouwtje altijd nog hoger in de hiërarchie dan het hoogste mannetje.
Volgens onderzoeker J. Iepema is de meeste agressie daarom afkomstig van de vrouwelijke maki’s en gericht op zowel vrouwtjes als mannetjes. Probleem met de onderzochte dierentuinen is dat er te veel mannelijke maki’s in de groepen zitten. Die vallen elkaar om die reden ook aan. Dat gebeurt in het wild weinig. Een andere reden voor de agressie, zoals kaalplukken en bijten, is de verwantschap die de vrouwelijke maki’s in een groep met elkaar hebben. Iepema: „We hebben ontdekt dat vrouwtjes van verschillende families elkaar veel sneller aanvallen."
De twee studenten kregen hun afstudeeropdracht van Dierenpark Amersfoort. De medewerkers van die dierentuin waren bezorgd over het agressieve gedrag van de aapjes. De onderlinge gevechten hadden soms ernstige verwondingen tot gevolg.
Ringstaartmaki’s komen in het wild alleen in het zuiden van het Afrikaanse eiland Madagaskar voor. Daar zijn de onderzoekers niet geweest. Het onderzoek is gebaseerd op een literatuurstudie en interviews in zeven Nederlandse dierentuinen. Dierenpark Amersfoort heeft al toegezegd te kijken naar de omstandigheden waaronder de ringstaartmaki’s worden gehouden.
Iepema en medeonderzoeker Martin van Emst presenteren hun onderzoek woensdag in het Van Hall Instituut in Leeuwarden.